VOSS.farming XTREME duo X110 Manual Del Usuario página 116

Gebruik de verbinders op alle staaldraadverbindingen om een hoogwaardige scha-
keling te garanderen. Om ervoor te zorgen dat het schrikdraadapparaat goed werkt,
moet het schrikdraadapparaat worden geaard met aardingspennen van gegalvaniseerd
metaal. In gebouwen, onder uitgangen en op plaatsen waar de aarde kan leiden tot
corrosie van blootliggende verzinkte draad, moet een dubbel geïsoleerde kabel worden
gebruikt. Gebruik nooit elektrische kabels voor huishoudelijk gebruik, want deze kabels
zijn ontworpen voor maximaal 600 volt en kunnen leiden tot vermogensverlies.
EISEN VOOR SCHRIKDRAADOMHEININGEN
Schrikdraadapparaten en hun hulpapparatuur moeten zodanig worden geïnstalleerd,
bediend en onderhouden dat ze geen gevaar opleveren voor mensen, dieren en hun
omgeving. Elektrische omheiningen waarin dieren of mensen kunnen verstikt raken
moeten worden vermeden. Een schrikdraadomheining mag niet worden gevoed door
twee afzonderlijke schrikdraadapparaten.
Als er twee afzonderlijke schrikdraadomheiningen zijn, die elk worden gevoed door
afzonderlijke schrikdraadapparaten, moet de afstand tussen de draden van de twee
schrikdraadomheiningen ten minste 2,5 m bedragen. Om deze afstand te dichten,
moet dit gebeuren met elektrisch niet-geleidend materiaal of een geïsoleerde metalen
barrière. Prikkeldraad of scherpkantdraad mag niet worden geëlektrificeerd met een
schrikdraadapparaat.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant van schrikdraadapparaten voor de aarding!
Er moet een afstand van tenminste 10 m zijn tussen de aardpen van het schrikdraad-
apparaat en alle andere aardingssystemen die aanwezig zijn, zoals de beschermende
aarding van het elektriciteitsnet of de aarding van een telecommunicatiesysteem.
Verbindingskabels die in gebouwen worden gelegd, moeten effectief worden geïsoleerd
van de geaarde delen van het gebouw. Dit kan worden bereikt door gebruik te maken
van geïsoleerde hoogspanningskabels.
Als aansluitkabels en draden van schrikdraadomheiningen in de buurt van hoogspan-
ningslijnen worden geïnstalleerd, mag de hoogte ervan boven de grond niet meer dan
3 m bedragen. Deze hoogte geldt voor elke zijde van de loodrechte projectie van de
buitenste geleider van de elektriciteitskabels op het aardoppervlak over een afstand
van 2 meter voor elektriciteitskabels met een nominale spanning tot 1000 V; - 15 m
voor elektriciteitskabels met een nominale spanning van meer dan 1000 V. kan worden
bediend. Schrikdraadapparaten die zijn ontworpen om vogels af te schrikken, huisdie-
ren af te schrikken of dieren zoals koeien (koetrainers) te trainen, schrikdraadappara-
ten worden met zo weinig vermogen geleverd dat er toch een voldoende en veilig effect
wordt bereikt. In het geval van schrikdraadapparaten die zijn ontworpen om
116