8.2 Maaidraad vervangen (model 105)
FIG. 23
Duw op de beugel en draai de bodem van de
draaikop op in de richting van de pijl.
Haal de bodem van de draadkop en de
wikkelrol uit de bovenkant van de draadkop.
Let erop dat de veer in de wikkelrol blijft.
FIG. 24
Snij maximaal 4 meter af van de nieuwe
maaidraadrol. Knik de maaidraad ca. 5 - 10 cm
naast het midden.
FIG. 25
Steek de draad door de voorziene opening in
de wikkelrol en trek hem tot aan de knik door
de opening.
94
FIG. 26
Wikkel de twee uiteinden van de draad liksom
strak op de wikkelrol. U kan de maaidraad ook
strak houden en de wikkelrol rechtsom
draaien. Als er nog ca. 10 - 20 cm overblijft,
klemt u tijdelijk de twee uiteinden, telkens
tegenover elkaar, in de gleuven aan de
onderzijde van de wikkelrol. Daardoor kan de
maaidraad bij de volgende werkstap niet weer
loswikkelen. De twee draden moeten niet
noodzakelijk even lang zijn; overtollige
lengtes worden automatisch afgesneden door
het mes in de aanraakbeveiliging.
FIG. 27
Steek de nog niet vastgeklemde twee uiteinden
van de draad door de twee tegenoverliggende
ogen in het bovenstuk van de draadkop. Trek
de twee uiteinden van de draad weer uit de
gleuven waar u ze voordien heeft vastgeklemd,
en plaats de wikkelrol met veer in het
bovenstuk van de draadkop.