Berg alle veiligheidsinstructies en aanwijzingen voor de toekomst op.
Onderhoud
Reinig het apparaat alleen in de uitgeschakelde toestand met uitgetrokken netstekker. Gebruik hiervoor een zachte,
pluisvrije doek. Deze kan eventueel lichtjes bevochtigd worden. Vermijd contact van elektrische componenten met
vochtigheid. Laat het apparaat na de reiniging volledig droog worden voordat u het weer in gebruik neemt. Gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen.
Ingebruikname
Gelieve vóór de ingebruikname nogmaals de correcte montage van de beschermroosters te controleren, er bestaat gevaar
voor verwondingen indien deze niet juist gemonteerd werden. Het apparaat mag over het algemeen alleen in de compleet
gemonteerde toestand gebruikt worden.
Vergewis u ervan dat het aangesloten snoer vrij van beschadigingen is. Gebruik nooit een apparaat met een defect snoer. Er
bestaat gevaar voor een elektrische schok.
Installeer het apparaat rechtop en stabiel. Let er bij de plaatsing van de ventilator op dat gordijnen of andere voorwerpen
de luchtstroming niet belemmeren. Steek de netstekker in een zoals voorgeschreven beveiligd stopcontact.
Montage
1. Voorste scherm
2. Ventilatorblad
3. Moer
4. Achterste scherm
5. Koppeling
6. Basis
a) Plaats de achterste afscherming (4) op de kop van de ventilator en zorg ervoor dat het draagoor op de achterkant van
de afscherming zich aan de bovenkant bevindt.
b) Schroef de plastic moer (3) vast om de achterste afscherming (4) te bevestigen.
c) Plaats het ventilatorblad (2) op de motorspoel.
d) Plaats met de hulp van een andere persoon het voorste scherm (1) tegen het achterste scherm. Houd beide schermen
tegen elkaar en sluit de klem . Draai ten slotte de schroef en de moer op de onderkant van het scherm vast.
Technische informatie
Energieverbruik: 20 W
Bedrijfswaarde: 1,92 (m³/dak.)/W
Ventilator geluidsvermogenniveau (per niveau): 49,5 // 55,5 dB(A)
Max. volumestroom: 40,23 m³/min
Energieverbruik in standby: 0 W
Max. luchtsnelheid (per niveau): 2,18 // 2,36 m/s