•
Plaats de peilstok en zet deze goed vast.
•
Plaats het bedieningspaneel terug op de pomp zet dit met de schroef vast (Fig. 5/1).
De motorolie vervangen
WAARSCHUWING
Afgewerkte olie dient opgevangen en op milieuvriendelijke wijze afgevoerd te worden.
Het aftappen van de motorolie dient te gebeuren als de motor warm is.
•
Plaats de pomp op een stevige, vlakke ondergrond.
•
Verwijder de schroef (Fig. 5/1) en het bedieningspaneel (Fig. 5/12) van de pomp.
•
Verwijder de peilstok (Fig. 6/1).
•
Tap de motorolie af door de pomp te kantelen (Fig. 17). Voorkom lekken van benzine via de
brandstofdop.
•
Vul de motor bij via de peilstokopening (Fig. 6/2) met de juiste motorolie tot het maximumniveau
(Fig. 7/1).
•
Plaats de peilstok en zet deze goed vast.
•
Plaats het bedieningspaneel terug op de pomp zet dit met de schroef vast (Fig. 5/1).
8.4.6
Luchtfilter
Reinig of vervang jaarlijks het luchtfilterelement. Bij frequent gebruik in stoffige en zanderige
omgevingen kan reiniging of vervanging van de luchtfilter vaker nodig zijn. Extra luchtfilters zijn
verkrijgbaar bij Holmatro.
Een vuil luchtfilter beperkt de luchtstroming waardoor de motor minder efficiënt functioneert.
VOORZICHTIG
Start de pomp nooit zonder luchtfilter.
De luchtfilter verwijderen
•
Verwijder de schroef (Fig. 5/1) en het bedieningspaneel (Fig. 5/12) van de pomp.
•
Verwijder de schroef (Fig. 18/4) en verwijder de luchtfilterkap (Fig. 18/3).
•
Verwijder beide filterelementen (Fig. 18/2) uit de luchtfilterhouder (Fig. 18/1). Reinig indien nodig.
De luchtfilter reinigen
•
Reinig de filterelementen in een warm sopje of met een niet-brandbaar reinigingsmiddel. Droog ze
hierna zorgvuldig.
VOORZICHTIG
Gebruik geen benzine, petroleum oplossing of een ander licht ontvlambaar middel voor het
reinigen van de filterelementen.
Breng geen olie aan op filterelementen.
•
Reinig de binnenzijde van de luchtfilterkap en de luchtfilterhouder met een vochtige doek. Wees
voorzichtig dat er geen vuil komt in het luchtkanaal dat naar de carburateur gaat.
•
Dompel de luchtfilterelementen in schone motorolie en knijp ze goed met de hand uit.
De luchtfilter plaatsen
•
Plaats beide filterelementen terug in de luchtfilterhouder.
•
Controleer of de rubberen afdichting (Fig. 19/1) goed in de groef van de luchtfilter is geplaatst.
DPU 31 PC
916.000.116_004
NL
23