Controle Van De Werking; Beschrijving Functies - Alarmcom IS443 Manual De Instalación

Bundel uitlijnen met voltmeter (fig. 12.)
Nauwkeurig uitlijnen is mogelijk met behulp van een
voltmeter (10VDC). Steek de aansluitingen van de
voltmeter in de controlebussen van de ontvanger. De
aflezingen voor uitlijning zijn als volgt.
Fig.12 H –Voltmeter (10VDC)
Aflezing voltmeter
2,7V of meer
2,0V tot 2,7V
2,0V of minder Slecht, stel opnieuw af
Plaats de kap
– Plaats eerst de kap van de zender
– Controleer of de LED van de gevoeligheidsdemping
van de ontvanger UIT blijft. Zet de kap op zijn plaats
maar maak hem niet vast. Na vijf seconden klinkt een
pieptoon. Na dit signaal kunt u de kap van de ontvanger
vastzetten met schroeven.
De gevoeligheid wordt automatisch ingesteld als de
pieptoon klinkt.
Als de toonuitlijnschakelaar per ongeluk AAN wordt
gelaten, stopt de toon als de kap van de ontvanger
wordt bevestigd.
– Als er een continue pieptoon klinkt, neem dan de kap
van de ontvanger en stel opnieuw af volgens de functie
automatische versterkingsregeling.

Controle van de werking

(fig. 13)
Na montage, uitlijnen en instellen automatische
versterking loopt u door de bundel heen om de werking te
controleren. Er zijn twee methoden:
Alleen LED alarm
LED alarm en geluidscontrole
toonuitlijnschakelaar. Als de toonuitlijnschakelaar AAN
wordt gezet, stopt de toon als de kap wordt
teruggeplaatst maar er kan nog vijf minuten een
geluidstest van de werking uitgevoerd worden nadat de
automatische versterking is geblokkeerd.
Fig. 13A: Controle met LED alarm
Fig. 13B: Controle doorlooptest

Beschrijving functies

Vier kanalen frequentiekeuze (fig. 14)
De bundelparen kunnen worden
verschillende frequentieniveaus om overspraak te
voorkomen tussen apparaten die op verschillende
niveaus, in lijn of in andere configuraties zijn geplaatst
waarbij beïnvloeding van de ene bundel op de andere
mogelijk is (fig. 14).
ZORG DAT DE ZENDER EN DE ONTVANGER VAN
EEN PAAR OP HETZELFDE
INGESTELD! Een zender/ontvangerpaar werkt alleen
als ze op dezelfde frequentie zijn ingesteld.
– Aanbevolen wordt om een voltmeter te gebruiken om
het hoogste niveau van stabiliteit te bereiken.
– Als twee bundels op twee niveaus geplaatst worden
moeten ze van hetzelfde type zijn
Keuze bundelvermogen
Met deze optie kunt u ter plaatse de juiste
bundelintensiteit kiezen voor uw speciale toepassing.
Voor afstanden die aanzienlijk kleiner zijn dan de
aangegeven beschermingsafstand
bundelintensiteit verminderd worden om mogelijke
reflectieproblemen te vermijden. Voor zones die in de
buurt komen van de maximale beschermingsafstand
moet het bundelniveau zo hoog mogelijk gezet worden.
Voor toepassingen binnenshuis waar meer kans is
op reflecties moet die instelling LAAG zijn.
L (laag)
IS443 tot 25m van 25m tot 50m
IS444 tot 75m van 75m tot 100m
IS445 tot 150m van 150m tot 200m
Automatische versterkingsregeling
Met de automatische versterkingsregeling worden het
reactieniveau en de tolerantie van de apparaten
gestandaardiseerd onafhankelijk van de verschillende
afstanden in een installatie.
– De situaties in fig. 15 hebben precies dezelfde
tolerantie– en responsniveaus ondanks het feit dat de
afstanden verschillen.
Ongeveer vijf seconden nadat de kap op zijn plaats gezet
is geeft de ontvanger een pieptoon. Deze toon geeft aan
dat de automatische versterking is ingesteld. Zie het
overzicht hierna.
20
Toon Geeft aan
Optimale gevoe-
Eén puls
ligheid is inge–
(piep)
steld
Optimale ge–
Continue
Uitlijning voeligheid kan
toon (20
niet ingesteld
Maximaal
seconden)
worden
Goed
1. Bundel is onderbro-
ken nadat de kap is
geplaatst
1. Verwijder eventuele voor-
werpen die de bundel blok-
keren en let op dat de hand
die de kap tijdelijk vasthoudt
de bundel niet onderbreekt
Er klinkt een toon ongeacht of de piepschakelaar
(uitlijntoon) op AAN of op UIT staat.
De instelling voor automatische versterking wordt
gedurende ongeveer twee weken bewaard, ook als
de spanning onderbroken is.
Als de kap van de ontvanger wordt afgenomen
terwijl de spanning is ingeschakeld of als de
spanning gedurende meer dan twee weken wordt
onderbroken (maar de kap blijft zitten) wordt de
automatische versterking automatisch op maximale
gevoeligheid gezet. (De versterking wordt automatisch
geblokkeerd als de spanning weer wordt ingeschakeld.)
Toonindicator
Hiermee kunt u geluidstests of signalen voor de volgende
met de
onderdelen uitvoeren
ingesteld op
KANAAL ZIJN
moet de
Functie responstijd wijzigen (fig. 8)
Deze voorziening kan worden gebruikt om de responstijd
van de bundel zo goed mogelijk aan de toepassing aan te
passen. Wees voorzichtig met het instellen van de
waarde van 700msec. Het gevolg kan zijn dat een snel
H (hoog)
bewegend mens niet wordt opgemerkt.
Door de potmeter omhoog te draaien wordt de
(Amerikaanse) goedkeuring ongeldig.
Omgevingsmodule (fig. 10)
Het omgevingsignaal wordt geactiveerd als het
ontvangstniveau van de bundel met ongeveer 50% is
afgenomen. De module let op een geleidelijke
vermindering van de bundelontvangst die duidt op zeer
slechte weersomstandigheden. Er is keuze uit een NG of
een NO signaal. (contactvermogen 30V(AC/DC) of
minder)
Alarmgeheugenfunctie
De LED alarmgeheugen geeft aan welke sensor is
geactiveerd als twee of meer sensors in een zone
geplaatst worden. Daarnaast kan desgewenst een
hoorbare toon worden gekozen. Reset kan automatisch
of handmatig gebeuren.
Resul-
Oorzaak Actie
taat
OK – –
⇓ ⇓
Niet
goed
2. Bundels zijn niet
goed uitgelijnd en de
LED gevoeligheids-
demping is aan
2. Controleer de instelling
Alarmgeheugenuitgang
van de bundelsterkte met
de kap geplaatst en lijn de
bundels opnieuw uit.
Pieptoon
onderbreking bundel
(Uitlijntoon AAN)
Automatische reset
– De geheugen–LED brandt vijf minuten na een
Handmatig
– De
Geluidalarm met LED
– Als een hoorbaar signaal gewenst is in combinatie met
en laat aansluiting van de ontvanger 10 minuten
onaangesloten (Logicaschakelaar kan in de stand H of L
staan).
Voorziene levensduur batterij
Alarmuitgang
LED geheugen
Alarmuitgang
Logica L
Logica H
LED geheugen
bij
alarmsignaal en blijft dan 55 minuten knipperen
voordat hij teruggaat naar normale toestand. Als er nog
een alarm wordt geactiveerd, herhaalt het proces zich.
geheugen–LED gaat branden
reset–schakelaar wordt omgeschakeld. Het geheugen
kan handmatig worden gereset met de resetknop open
(L) of dicht (H). De resetknop kan op elke gewenste
plaats op het terrein worden gemonteerd.
de geheugen–LED, zet dan de schakelaar voor de
uitlijntoon op AAN.
Als de alarmgeheugenschakelaar niet wordt
gebruikt, zet dan de geheugenkiezer op "handmatig"
IS443
Md AA Gel Cell
No.
0.5Ah 1.0Ah
1 8 uur 16 uur
2 – 8 uur
4 –
8 –
IS444
Md AA Gel Cell
No.
0.5Ah 1.0Ah
1 7 uur 14 uur
2 – 7 uur
4 –
8 –
IS445
Md AA Gel Cell
No.
0.5Ah 1.0Ah
1 5 uur 11 uur
2 – 5 uur
4 –
8 –
De infraroodbarrière dient aangesloten te worden op
een voedingsbron, gekeurd volgens klasse 2, voorzien
van een noodvoeding van minimum 4 uur.
als de
Gel Cell
5.0Ah
83 uur
41 uur
– 20 uur
– 10 uur
Gel Cell
5.0Ah
71 uur
35 uur
– 17 uur
– 8 uur
Gel Cell
5.0Ah
58 uur
29 uur
– 14 uur
– 7 uur