15. Reinigingsuitschakeling instellen
De reinigingsuitschakeling kan met de afstandsbediening (niet meegeleverd, zie
Toebehoren
hoofdstuk
Reinigingsuitschakeling op de armatuur
15.1 De hand voor ong. 3 seconden op ca. 10 cm afstand in de buurt van de sensor
brengen.
15.2 Tussen de 3e en de 5e knippering van de LED de hand uit het sensorgebied verwij-
deren.
• LED knippert niet.
15.3 Na 3 tot 10 seconden de hand opnieuw binnen een afstand van ca. 10 cm in de
buurt van de sensor brengen.
15.4 Na de derde knippering van de LED de hand uit het sensorgebied verwijderen.
• De armatuur wordt voor 3 minuten uitgeschakeld.
• De LED knippert gedurende 10 seconden.
☞
Als de hand minimaal 3 seconden in het sensoregebied van ca. 10 cm afstand wordt
gehouden, wordt de armatuur na afloop van de 3 minuten opnieuw geactiveerd.
16. Onderhoud en verzorging
Afhankelijk van de waterkwaliteit, de plaatselijke omstandigheden en de plaatselijke
voorschriften de armatuur regelmatig controleren en onderhouden.
Onderhoud aan de volgende onderdelen:
• Perlator
• Zeven (zie
Er dienen reinigingsmiddelen te worden gebruikt die geschikt zijn voor de armatuur
en deze niet aantasten. Na gebruik met water afspoelen. Er mogen geen hogedruk-
reinigers voor de reiniging worden gebruikt.
Afdekplaat verwijderen
Voor een paar onderhoudswerkzaamheden moet de afdekplaat worden verwijderd.
16.1 Uit de afdekplaat de schroeven (a) onderaan verwijderen.
16.2 Afdekplaat (b) onderaan naar voren trekken en naar boven uithaken.
16.3 Waterhoeveelheidregulering sluiten (zie
16.4 Armatuur activeren.
16) of direct op de armatuur worden geactiveerd.
hoofdstuk
17.)
Handeling
10.13).
47