Blijf tijdens een onweersbui uit de buurt van de machine. Gebruik de
machine niet als het onweert. Blijf in de cabine van de trekker als de machine
door bliksem wordt geraakt wanneer deze in werking is. Maak geen contact
met de massa-aansluitingen van objecten aan de buitenzijde van de machine.
Verlaat de cabine pas weer als de onweersbui is overgetrokken.
Loop, sta of plaats uzelf of anderen nooit onder een geheven vleugel of in
de baan van een vleugel die omlaag beweegt. Lekkages of storingen van het
hydraulische systeem, mechanische storingen of bewegingen van bediening-
shendels kunnen ertoe leiden dat vleugels onverwachts vallen en ernstig letsel
of de dood veroorzaken.
De volledige kettingafscherming moet te allen tijde zijn geïnstalleerd.
Weggeslingerde voorwerpen kunnen mensen verwonden of schade toebren-
gen aan eigendommen.
•
Als de machine niet is voorzien van een volledige kettingafscherming,
moet het gebruik ervan worden gestopt.
•
De afscherming is ontworpen om het gevaar van weggeslingerde voor-
werpen te verminderen. Het maaidek en de beschermingsvoorzienin-
gen kunnen niet in alle maaiomstandigheden voorkomen dat
voorwerpen uit het maaidek ontsnappen. Het is mogelijk dat voorwer-
pen wegketsen en wel 92 m (300 voet) worden weggeslingerd.
Richt de afvoer nooit op mensen, dieren of eigendommen.
Gebruik of transporteer geen apparatuur terwijl u onder invloed bent van
alcohol of drugs.
Gebruik de apparatuur alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
Houd handen, voeten, haar en kleding uit de buurt van apparatuur terwijl
de motor draait. Blijf uit de buurt van alle bewegende onderdelen.
Houd u altijd aan alle nationale en lokale verlichtings- en markeringsvoor-
schriften.
Laat nooit personen meerijden op de trekker of het werktuig.
De trekker moet zijn voorzien van een ROPS of ROPS-cabine en veilig-
heidsgordel. Zet de veiligheidsgordel goed vast. Bij een val van de trekker kunt
u worden overreden of verpletterd, mogelijk met de dood tot gevolg. Houd
opklapbare ROPS-systemen te allen tijde in de vergrendelde stand.
Ga altijd op de trekkerstoel zitten voor de bediening van regelingen of het
starten van de motor. Zet de veiligheidsgordel stevig vast, plaats de transmissie
in de neutrale stand, schakel de rem in en zorg ervoor dat alle andere bedie-
ningselementen zijn uitgeschakeld voordat u de motor van de trekker start.
Stel de aftakas van de trekker in op 540 tpm (1000 tpm bij maaiers van de
Q-serie). Niet overschrijden.
Kijk omlaag en naar achteren en controleer of het gebied vrij is alvorens
achteruit te rijden.
Gebruik of transporteer de maaier niet op steile hellingen.
Stop en start niet op hellingen, en verander niet plotseling van richting.
Let tijdens gebruik op verborgen gevaren in het terrein.
Hanteer de messen niet met blote handen. Onzorgvuldig of onjuist hante-
ren kan leiden tot ernstig letsel.
Begeef u nooit onder apparatuur (op de grond of opgetild) tenzij deze goed
is geblokkeerd en geborgd. Plaats nooit delen van het lichaam onder de appa-
ratuur of tussen bewegende delen, zelfs niet als de motor is uitgeschakeld.
Lekkages of storingen van het hydraulische systeem, mechanische storingen
of bewegingen van bedieningshendels kunnen ertoe leiden dat apparatuur
onverwachts valt of draait en ernstig letsel of de dood veroorzaakt. Volg de
instructies in de gebruikshandleiding voor het werken onder en blokkeren van
de apparatuur of laat het werk uitvoeren door een erkende dealer.
Houd alle personen uit de buurt van het bedieningsgebied tijdens het uit-
voeren van aanpassingen, service of onderhoud.
Voer geen aanpassingen of wijzigingen uit aan de apparatuur en sta geen
andere personen toe om dit te doen.
Reinig slanguiteinden, koppelingen en hydraulische poorten en dek ze af met
tape om vervuiling tijdens onderhoud en opslag te voorkomen.
Houd omstanders uit de buurt bij het bedienen, aankoppelen, verwijderen,
monteren of onderhouden van apparatuur.
Controleer of alle bewegingen van onderdelen van de apparatuur zijn
gestopt alvorens de apparatuur te benaderen voor onderhoud.
6 Veiligheid
VEILIGHEIDSREGELS
LET OP! WEES ALERT! UW VEILIGHED IS IN HET GEDING!
Controleer de messen regelmatig. Ze moeten scherp zijn, vrij van inkepin-
gen en scheuren, en stevig zijn vastgezet.
Uw dealer kan originele vervangende messen leveren. Messen van
andere leveranciers voldoen mogelijk niet aan de oorspronkelijke specificaties
en kunnen gevaarlijk zijn.
Draai alle bouten, moeren en schroeven vast volgens de specificaties in de tabel
met aanhaalmomenten. Controleer of alle splitpennen stevig zijn aangebracht om te
verzekeren dat de apparatuur in een veilige staat is alvorens deze te gebruiken.
Controleer of alle veiligheidsstickers aanwezig zijn. Vervang indien bescha-
digd. (Zie het gedeelte Veiligheidsstickers voor de plaats van de stickers.)
Controleer of afschermingen en kappen goed zijn geïnstalleerd en in goede
staat zijn. Vervang indien beschadigd.
ONDERHOUD
Stop de trekker en de apparatuur onmiddellijk als u een obstakel raakt.
Schakel de motor uit, schakel de parkeerrem in, verwijder de sleutel en inspec-
teer en repareer eventuele schade alvorens het gebruik te hervatten.
Uw dealer kan originele hydraulische accessoires en reparatieonderdelen
leveren. Onderdelen van andere leveranciers voldoen mogelijk niet aan de oor-
spronkelijke specificaties en kunnen gevaarlijk zijn.
Breng de vleugels langzaam omhoog of omlaag om letsel of schade aan
de maaier te voorkomen.
Doorlopend gebruik met een slippende koppeling kan leiden tot hitteont-
wikkeling met brand tot gevolg. Pas de druk van de slipkoppeling aan door de
veren te spannen zoals aangegeven in het gedeelte "Onderhoud door de eige-
naar". Als de koppeling op de minimale veerlengte is ingesteld, vervangt u de
frictieschijven zoals aangegeven.
Voer alvorens de trekker te verlaten of enig onderhoud uit te voeren de vol-
gende stappen uit: schakel de voeding van de apparatuur uit, laat de 3-punts-
hef zakken en breng alle geheven onderdelen naar de grond, bedien de
klephendels om alle hydraulische druk af te laten, schakel de parkeerrem in,
schakel de motor uit, verwijder de sleutel en maak de veiligheidsgordel los.
Stop alvorens reinigingswerkzaamheden, onderhoud, afstellingen of repa-
raties uit te voeren of aansluitingen los te halen de motor van de trekker, zet
alle bedieningselementen in de neutrale stand, schakel de parkeerrem in, ver-
wijder de sleutel en wacht tot alle bewegende delen zijn gestopt.
Voer nooit service- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de motor draait.
Ontkoppel de hydraulische leidingen pas als de machine veilig is geblok-
keerd of in de laagste stand is geplaatst en de systeemdruk is afgelaten door
de klephendels te bedienen.
Service- en onderhoudswerkzaamheden die niet zijn vermeld in ONDER-
HOUD DOOR DE EIGENAAR moeten worden uitgevoerd door een erkende
dealer. Speciale vaardigheden, gereedschappen en veiligheidsprocedures kun-
nen vereist zijn. Niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot ernstig letsel
of de dood.
Explosieve scheiding van band- en velgdelen kan ernstig letsel of de dood
tot gevolg hebben. Laat alle luchtdruk ontsnappen voordat u de bouten van het
wiel losdraait.
OPSLAG
Volg deze instructies voordat u het apparaat loskoppelt en opslaat:
•
Sla de maaier op een vlakke, stevige ondergrond op.
•
Koppel de aandrijflijn los en zet deze van de grond vast.
•
Laat de vleugels naar de grond zakken.
•
Breng het middendeel van de maaier omhoog en zet de transportstang
in de hoge positie vast.
•
Bevestig de parkeerkrik en til het disselgewicht van de trekstang van de trekker.
•
Plaats wiggen voor en achter de wielen van het middendeel en elke
vleugel om draaien van de wielen te voorkomen.
•
Ondersteun alle vier hoeken van het middendeel en elke vleugel veilig
met kriksteunen.
•
Verwijder de hydraulische slangen nadat de trekker is uitgeschakeld en alle
systeemdruk is afgelaten door de klephendels enkele malen te bedienen.
•
Verwijder de veiligheidsketting.
•
Verwijder de borgpen en de trekstangpen met hoge sterkte.
Houd kinderen en omstanders uit de buurt van de opslagruimte.
BW15_SR (27/9/2018)