Houd altijd de juiste bandenspanning aan. Pomp de banden niet op boven de
aanbevolen spanning. Las of verhit nooit een wiel wanneer een band is
gemonteerd. Door de hitte kan de bandenspanning toenemen, waardoor de
band kan ontploffen. Lassen kan het wiel structureel verzwakken of vervormen.
Gebruik bij het oppompen van banden een pompkop met klem en een slang
die lang genoeg is om op enige afstand te kunnen staan, niet direct voor of
boven de band. Gebruik een veiligheidskooi indien beschikbaar.
Controleer de wielen op lage bandenspanning, insnedes, bobbels, bescha-
digde velgen of ontbrekende velgbouten en -moeren.
Verwijder nooit bevestigingsmiddelen (A) van een gedeelde velg terwijl de
band is opgepompt.
A
Afbeelding 10. Onderhoud van band op gedeelde velg
PROBLEEM
Maait niet
Onvolledige of rafelige snede
Overmatige slijtage van zijsledes
Overmatige slip van de koppeling
Trillingen
Messen raken dek
Eenheid komt niet omhoog
Eenheid maait niet op gelijke hoogte
MAN1246 (04/10/2018)
OND.NR. 1006348NL
PROBLEEMOPLOSSING
Stompe messen
Versleten of gebroken messen
Onjuist aftakastoerental
Rijsnelheid te hoog
Aandrijving werkt niet (messen draaien niet
wanneer aftakas is ingeschakeld)
Defect aan tandwielkast
Overmatige slip van de koppeling
Onjuiste mesrichting
Gebroken of versleten messen
Positie onjuist
Rijsnelheid te hoog
Overmatige maaihoogte
Zeer dikke en hoge begroeiing
Bedrijf met zijsledes doorlopend op de grond
Koppeling verkeerd afgesteld
Koppelingsschijven versleten; geen contact meer
met tegenoverliggende plaat
Messen raken de grond
Gebroken mes
Lagerdefect
Koppellengte onjuist
Universele aandrijving
Verbogen messen of dwarsbalk
Laag olieniveau
Vleugel maait lager dan middendeel
Vleugel maait hoger dan middendeel
Onderhoud door de eigenaar 19
REINIGEN
Voer nooit service- of onderhoudswerkzaamheden uit terwijl de motor draait.
Stop alvorens reinigingswerkzaamheden, onderhoud, afstellingen of
reparaties uit te voeren of aansluitingen los te halen de motor van de
trekker, zet alle bedieningselementen in de neutrale stand, schakel de
parkeerrem in, verwijder de sleutel en wacht tot alle bewegende delen
zijn gestopt..
Na elk gebruik
Verwijder grover vuil zoals kluiten, gras, gewasresten etc. van de machine.
Inspecteer de machine en vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Vervang eventuele ontbrekende of onleesbare veiligheidsstickers.
Periodiek of vóór langere opslag
Verwijder grover vuil zoals kluiten, gras, gewasresten etc. van de machine.
Verwijder de rest door te sproeien met water onder lage druk.
1. Wees voorzichtig bij het spuiten in de buurt van bekraste of
gescheurde veiligheidsstickers of bij de randen van stickers, omdat
deze door het water kunnen loskomen.
2. Wees voorzichtig bij het spuiten in de buurt van schilferende of
bekraste verf, omdat het water de verf omhoog kan duwen.
3. Volg bij gebruik van een hogedrukreiniger het advies van de fabrikant
van de hogedrukreiniger.
Inspecteer de machine en vervang versleten of beschadigde onderdelen.
Schuur krassen en de randen van gebieden met ontbrekende verf glad en werk
ze bij met Woods-spuitverf in dezelfde kleur (verkrijgbaar bij uw Woods-dealer).
Vervang eventuele ontbrekende of onleesbare veiligheidsstickers (gratis
verkrijgbaar bij uw Woods-dealer). Zie het gedeelte Veiligheidsstickers
voor de plaats van de stickers.
MOGELIJKE OORZAAK
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
OPLOSSING
Slijp de messen.
Vervang de messen. (Alleen per paar vervangen.)
Stel in op nominale aftakastoerental.
Verlaag de rijsnelheid.
Controleer de verbinding van de aandrijfas.
Controleer de tandwielkast.
Repareer de tandwielkast.
Stel de koppeling af.
Controleer of de mesrand de juiste kant op wijst.
Vervang of slijp de messen.
Zet de machine horizontaal.
Verlaag de rijsnelheid.
Verklein de maaihoogte. (Opmerking: Stel de hoogte
zo in dat de messen niet vaak de grond raken.)
Maai nogmaals onder 90° na eerste werkgang.
Vergroot de maaihoogte of stel sledes af.
Stel de koppeling af.
Vervang de schijven.
Vergroot maaihoogte.
Vervang de messen per paar.
Controleer de assen van de tandwielkasten
op laterale speling.
Stel koppellengte af.
Stel de hoogte van het lagervoetstuk zo af dat
de aandrijving evenwijdig loopt aan de grond.
Vervang verbogen messen of dwarsbalk.
Vul hydraulische olie bij.
Verleng de schroefspanner die het middenjuk met
het vleugelwieljuk verbindt.
Verkort de schroefspanner die het middenjuk met
het vleugelwieljuk verbindt.