2.4
Persoonlijke veiligheid
Werknemers die met het apparaat werken of hierbij assisteren, moeten alle persoonlijke
beschermingsmiddelen dragen, zoals voorgeschreven in de standaardwerkprocedure. Nalatig gebruik
van persoonlijke beschermingsmiddelen kan leiden tot ernstig letsel. Draag tijdens gebruik minimaal de
volgende persoonlijke beschermingsmiddelen:
•
Helm;
•
Veiligheidsbril of volledig gelaatscherm;
•
Veiligheidshandschoenen;
•
Veiligheidskleding voor het gehele lichaam;
•
Veiligheidsschoenen met goede steun voor de enkels en bescherming voor de tenen;
•
Gehoorbescherming tijdens voortdurend gebruik van pneumatische systemen.
2.5
Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de apparatuur
•
Stel nooit de drukregelknop in op een hogere druk dan is toegestaan voor de gereedschap(pen) die
op de drukregelaar aangesloten zijn.
•
Trek niet aan de slang en gebruik de slang niet om de drukregelaar aan op te tillen.
•
Het huis van de regelaar kan zeer koud worden.
•
Laat de drukregelaar niet vallen. Gebruik de regelaar niet als hij is gevallen; hij kan intern schade
opgelopen hebben waardoor de werking onveilig is.
•
Gebruik de drukregelaar nooit voor een hogere luchtdruk dan is aangegeven.
2.6
Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de bediening van het systeem
•
Voer voordat u de werkzaamheden start een risicoanalyse betreffende de procedure uit (EN-ISO
12100).
•
Houd omstanders op afstand en ga extra voorzichtig te werk in de buurt van mensen en dieren.
•
Zorg dat de werkruimte overzichtelijk en goed verlicht is.
•
Vermijd stress en werk gestructureerd. Dit verlaagt de kans op fouten, combinaties van gevaren en
ongevallen.
•
Controleer voor gebruik de apparatuur op beschadigingen. Gebruik de apparatuur niet als deze niet
in goede staat verkeert en raadpleeg dan uw Holmatro-dealer.
•
Zorg dat u op een stabiele ondergrond staat en houd de apparatuur met beide handen vast.
•
Ga tijdens de bediening nooit tussen het object en de apparatuur staan.
•
Controleer tijdens gebruik continu de situatie van de apparatuur en de constructie.
•
Koppel of ontkoppel koppelingen nooit terwijl het systeem onder druk staat.
•
Gebruik uitsluitend originele Holmatro-hulpstukken en controleer of ze correct zijn aangesloten.
•
Stop onmiddellijk als het systeem vreemde geluiden maakt of afwijkend gedrag vertoont.
•
Gebruik altijd een manometer om de druk in het systeem te controleren.
•
Hef geen onstabiele lasten op.
•
Wees extra voorzichtig bij het omlaag brengen van een last.
•
Breng apparatuur die niet wordt gebruikt direct terug naar het gereedschapsstation.
•
Als olie en vet in de buurt komen van perslucht ontstaat explosiegevaar. Sluit pneumatische
gereedschappen niet aan als er olie of vet aanwezig is. Laat het pneumatische gereedschap
reinigen door een door Holmatro gecertificeerde technicus.
•
Neem de voor andere bij de operatie gebruikte apparatuur geldende veiligheidsvoorschriften te
allen tijde in acht.
2.7
Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot onderhoud
•
Draag persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden.
•
Werk nooit zodanig dat de veiligheid in gevaar kan komen.
PRV 12 (J)
916.001.485_000
NL
7