I
nGebruIKname Van het aPParaat
Voordat u het apparaat inschakelt, moet u het toerental (draaiknop (D)) op nul
zetten.
A. Sluit de netadapter (A) aan op de netstroom en steek de zich aan de achterzijde van het
apparaat bevindende stekker (B) in de ervoor bestemde aansluiting (C) op de netadapter.
B. Steek de stekker van het handstuk in de aansluiting (I) aan de rechterzijde van het
apparaat.
C. Kies een geschikt slijpopzetstuk. Steek het slijpstuk vooraan aan het handstuk in de
opname voor het slijpstuk (K) en vergrendel de spantang. Verwijder c.q. plaats nooit
met geweld een slijpopzetstuk! Slijpopzetstukken met een schachtdoorsnede van 2,332
tot 2,350 mm passen precies in de opname voor de slijpopzetstukken, zonder dat u
bovenmatig veel kracht hoeft te gebruiken. Schakel het apparaat voor het verwijderen van
de slijpsteen uit met de richtingsknop (G), waarbij deze merkbaar in de middenpositie
dient te worden vastgeklikt. Nu haalt u het slijpstuk eruit na het openen van de spantang.
D. Regeling van draairichting en toerental:
1. Draairichting:
U selecteert de draairichting door de draaiknop (G) naar links of rechts te draaien.
Tegen de klok in: Het slijpstuk draait naar links. Met de klok mee: Het slijpstuk draait
naar rechts.
2. Keuze van het toerental:
U selecteert de snelheid door de draaiknop (D) naar links of rechts te draaien. Hoe verder
u draait, des te hoger het toerental.
3. Toerentalweergave:
Links naast de toerentalregelaar/draairichtingregelaar (D) bevindt zich de toerental-
weergave (E). Deze geeft middels 5 leds het geselecteerde toerental. Wanneer alle leds
branden, werkt het toestel met maximaal toerental.
E. Voor het eerste gebruik dient u het handstuk ongeveer 30 minuten lang bij
ca. 16.000 toeren/min te laten draaien (de snelheidsindicator (E) toont twee brandende
lampjes). Dit is nodig om de koolborstels van de motor te laten idraaien.
F. Gebruik van het voetpedaal (optioneel toebehoren):
Zet de draairegelaar (D) op nul (middelste positie). Sluit het voetpedaal (O) op de bus
(H) aan. Indien het voetpedaal correct is aangesloten, brandt de voetpedaalled (F) geel.
U legt de looprichting en het toerental opnieuw vast door aan de toerentalregelaar/
draairichtingregelaar (D) te draaien. Nu staat het toestel in de stand-bymodus. Door het
voetpedaal in te drukken schakelt u het toestel in. Het slijpstuk begint te draaien in de door
u gekozen richting en met het door u gekozen toerental. Door het voetpedaal nogmaals in
te drukken schakelt u weer naar de stand-bymodus.
Opgelet:
Sluit het voetpedaal (O) nooit op het station aan, of verwijder het uit het station, wanneer
in het handstuk een slijpstuk draait. Bij niet naleven hiervan schakelt het toestel zichzelf uit
(SAFETY STOP). Om het voetpedaal te monteren of te verwijderen moet de toerentalregelaar
(D) absoluut op nul (middelste positie) staan.
Instructie:
er kunnen enkel voetpedalen van Promed gebruikt worden.
DE
EN
FR
IT
ES
NL
RU
PL
SE
FI