NL
Afb. 3
•
Druk de spindelvergrendeling in
•
Schroef de polijstschijfhouder op de spindel
en draai deze goed vast
•
Ontgrendel de spindelvergrendeling
•
Breng de polijstschijf op de houder aan
Accessoires
Afb. 4
Poetsvilt (1)
Wordt gebruikt voor het schuren en polijsten van
nieuwe verflagen en plastics.
Fiberschijf (2)
Deze wordt in combinatie met andere schijven
gebruikt.
Polijstschijf (3)
In combinatie met de fiberschijf wordt deze gebruikt
voor hoogglans polijsten en met was polijsten.
De geplastificeerde laag binnenin ver zekert een
maximum gebruik van de gebruikte was.
Wollen polijstschijf (4)
Deze wordt gebruikt voor een hoogglans
afwerking. Te gebruiken in combinatie met de
fiberschijf.
4. gebruik
Neem altijd de veiligheidsinstructies en
de van toepassing zijnde regelgeving in
acht.
•
Houd de machine weg van het werkstuk
wanneer u deze in- en uitschakelt.
•
Schakel na gebruik altijd eerst de machine uit
voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
Toerentalregeling
Afb. 5
Met de draaiknop op de bovenzijde van de
handgreep kan het toerental van de schijf
geregeld worden. Hoe hoger de stand, des te
hoger het toerental. Bij het polijsten met was niet
met een hoog toerental beginnen.
in- en uitschakelen
Afb. 6
•
De machine is uitgerust met een
veiligheidsschakelaar.
•
De schakelaar van de machine moet eerst
worden ontgrendeld door de "lock-off" knop in
22
te drukken.
Uitschakelen
Laat de schakelaar los.
De polijstmachine zal nog door blijven
draaien nadat deze uitgeschakeld is.
Leg de machine pas neer, wanneer de motor
volledig tot stilstand gekomen is. Plaats de
machine niet op een stoffig oppervlak. Er kunnen
stofdeeltjes in de machine terechtkomen.
Gebruik nooit de spindelsleutel om de
motor tot stilstand te brengen.
Koolborstelindicator
Tijdens normaal gebruik licht de
koolborstelindicator (7) groen op om aan te
geven dat de machine aan het stroomnet
gekoppeld is. Wanneer de koolborstels van de
machine versleten zijn zal de indicator (7) rood
branden.
5. service & onderhoud
Vergewis u ervan dat de machine van
het lichtnet losgekoppeld is wanneer er
onderhoudswerkzaamheden aan de
motor uitgevoerd worden.
Deze machine is ontworpen om vele jaren mee
te gaan met een minimum aan onderhoud.
Regelmatige reiniging en een adequate zorg zijn
bepalend voor een continu naar tevredenheid
werkende machine.
het oplossen van storingen
Hieronder treft u een aantal mogelijke oorzaken
en passende oplossingen aan, voor het geval dat
de machine niet correct functioneert:
1. De machine werkt niet.
•
De spanning is uitgeschakeld.
•
Netsnoer en/of verlengsnoer is/zijn
beschadigd.
2. De elektromotor bereikt met moeite het
maximum toerental.
•
Het verlengsnoer is te dun en/of te lang.
•
De netspanning is lager dan 230 volt.