BELANGRIJK
• Tijdens het gebruik van de trainer niet remmen,
hierdoor worden de rol en de band onherstelbaar
beschadigd
• De weerstandseenheid wordt tijdens het gebruik
behoorlijk heet
• Wacht totdat deze afgekoeld is voordat u het
vliegwiel aanraakt
MONTAGE VAN DE EENHEID
• Weerstandsunit met rol Ø 30 mm.
• Steek de netvoeding in het stopcontact en de
stekkerverbinding in de weerstandseenheid.
• Doe de batterij (ref. H) erin door het plastic
deksel van de eenheid te verwijderen (afb. 1 en 2).
Let op dat de zijde met het "+" symbool van de
batterij naar buiten gedraaid is.
• Doe het plastic deksel weer dicht en draai de
schroef vast (afb. 3).
MONTAGE VAN DE
BEDIENINGSHENDEL
De bedieningshendel (ref. A) kan zowel op het
stuur als op de stuurbevestiging gemonteerd
worden.
• Montage op het stuur: Monteer de stuurhouder
(ref. C) aan de bedieningshendel (ref. A) (fig. 4 en
bevestig de houder met de schroef (ref. E) aan de
hendel (fig. 5 en 6).
!!LET OP!!
Breng bij sturen met tape de stuurbescherming
(ref. F) op de stuurhouder (ref. C) aan, voordat u
de bedieningshendel (ref. A) op het stuur monteert
(fig. 7).
• Laat het riempje (ref. B) door het speciale gat in
de stuurhouder (ref. C) lopen (fig. 8 en 9).
Breng bij sturen zonder tape het antislip rubber
(ref. G) op het riempje (ref. B) (fig. 10) aan; laat het
riempje (ref. B) door het gat in de stuurhouder (ref.
C) lopen (fig. 11) en steek het lipje van het riempje
(ref. B) in de inkeping in het antislip rubber (ref. G)
(fig. 12).
• Breng de bedieningshendel (ref. A) op het stuur
aan en zet hem met de borgknop vast (fig. 13 en 14).
• Montage op de stuurbevestiging: Monteer de
stuurbevestigingshouder
bedieningshendel (ref. A) (fig. 15) en maak daarbij
gebruik van de schroef (ref. E) (fig. 16 en 17).
!!LET OP!!
Breng het antislip rubber (ref. G) op het riempje
(ref. B) (fig.10) aan; laat het riempje (ref. B) door
het gat in de stuurbevestigingshouder (ref. D)
lopen (fig. 18 en 19) en steek het lipje van het
riempje (ref. B) in de inkeping in het antislip rubber
(ref. G) (fig. 20).
• Zet hem met de borgknop vast (fig. 21 en 22).
• Nu kan er met het trainen begonnen worden
waarbij het mogelijk is om de minimum weerstand
(waarde 1) tot de maximum weerstand (waarde 8)
te veranderen.
!!LET OP!!
Het ingestelde weerstandsniveau wordt op de
bedieningshendel weergegeven.
!!LET OP!!
Als u op de laagste stand (1) probeert om de
weerstand nog meer te verlagen dan beweegt de
bedieningshendel
(A)
weerstandsniveau niet.
Als u op de hoogste stand (8) probeert om de
weerstand nog meer te verhogen dan beweegt de
bedieningshendel
(A)
weerstandsniveau niet.
NB: Als u van het 7e naar het 8e niveau en van het
2e naar het 1e niveau overschakelt maakt de
hendel niet de typische klik van de omschakeling
tussen de verschillende niveaus.
(ref.
D)
op
de
maar
verandert
het
maar
verandert
het
NL
24