INSTELLING VAN DE
WERKPARAMETERS
De JEDI is uitgerust met een praktische interface
waarmee een snelle en eenvoudige programmering
mogelijk is via het display met de vier toetsen
, +, -.
Van tevoren uit te voeren handelingen:
1. Beweeg de poort tot de meeneemwagen
vastgekoppeld wordt.
2. Schakel de voeding naar het systeem in: het
servicelicht gaat branden, de centrale laat een
PIEPTOON horen en de segmenten van het
display worden een voor een ingeschakeld tot
weergegeven wordt.
m
LET OP: indien de programmering niet
voltooid wordt (via functie 10. Einde
programmering) gaan de ingestelde
parameters verloren.
Indien de ingestelde parameters verkeerd zijn,
volstaat het de voeding naar het systeem weg
te nemen, opnieuw te activeren en de
programmeerprocedure te herhalen.
1. Instelling van de eindschakelaar van de opening
Druk 5 seconden
op toets
Wanneer de poort de
gewenste positie bereikt,
dient men op toets
te
drukken om de instellingen
te bewaren
2. Instelling van de eindschakelaar van de sluiting
Druk op de toets - het
2
display toont
,
0
Het systeem laat een
pieptoon horen en het
I
display toont
m
LET OP: de eindschakelaar van de opening moet bewaard worden voordat de
eindschakelaar van de sluiting bewaard wordt. Indien deze procedure verkeerd gebruikt wordt,
wordt de parameter bij de instelling van de eindschakelaar van de sluiting NIET bewaard.
Druk op toets
:
2
knippert
I
Druk op toets
:
knippert
Houd toets + (de poort
opent) of toets - (de poort
sluit) ingedrukt
om de positie van maximale
sluiting te bereiken
80
Houd toets + (de poort
opent) of toets - (de poort
sluit) ingedrukt
om de positie van maximale
opening te bereiken
Wanneer de poort de positie
van sluiting bereikt, dient men
2 sec te wachten en vervolgens
op de toets
te drukken om
de instellingen te bewaren