Installatie - Domnick Hunter PNEUDRI MiDAS Manual De Instrucciones

2.0 INSTALLATIE (Zie Figuur 1)
2.1 ESSENTIËLE INFORMATIE
De droger mag niet worden blootgesteld aan luchtstromen (ook geen tijdelijke pieken)
die de nominale capaciteit van de droger te boven gaan, d.w.z., bij drogers aan de
uitlaatzijde van een windketel is de kans op overschrijding van de capaciteit groter.
De droger kan vrijstaand worden geïnstalleerd, aan de vloer worden gemonteerd via
de voor dit doel aangebracht bevestigingspunten of met de als optie verkrijgbare
beugels aan de muur worden gemonteerd.
De regeleenheid (A) moet zich onderaan bevinden en de droger moet verticaal en
waterpas worden geïnstalleerd.
Boven aan de droger bevinden zich twee inlaat- en twee uitlaataansluitingen voor
aansluiting van links of van rechts. De ongebruikte aansluitingen (B) en (C) worden
met de bijgeleverde schroefdop afgesloten. Maak voor het aansluiten gebruik van
leidingen met een geschikte maat en de juiste aansluitingen. Alle leidingen moeten
stevig en op veilige punten worden gemonteerd.
De purge-stroom is in de fabriek afgesteld op een werkdruk van 6 bar g (87 psi g)
minimaal. Als er een andere minimumdruk wordt verlangd, moet de purge-stroom door
een technicus van domnick hunter of van een door domnick hunter erkende dealer
opnieuw worden afgesteld.
Zorg dat de droger elektrisch is aangesloten op een geschikte voeding. Zie het
bedradingsschema in 2.3 Elektrische gegevens.
1. Filtering
In het bovendeel van de droger is een voorfilter van 0,01 micron aangebracht. Het
bovendeel bevat verder twee nafilters van 1 micron die in houders in de
droogmiddelcartridges worden geschroefd. Deze filters moeten worden onderhouden
door domnick hunter of een door domnick hunter erkende dealer.
2. Omloopleiding
Een omloopleiding, 3/8" BSP of NPT * (D) waarborgt volledige veiligheid tijdens
onderhoudswerkzaamheden en zorgt voor een ononderbroken toevoer van perslucht
in situaties waar dit wordt vereist. Hierbij moet wel worden bedacht dat de perslucht
door deze omloopleiding niet gezuiverd is.
3. Ventielen (E, F, G)
Isolatieventielen, 3/8" BSP of NPT * worden aanbevolen op de inlaat- (E), uitlaat- (F)
en omloopleiding (G) op de in Figuur 1 aangegeven plaatsen.
* Bij bestelling moet het schroefdraadtype worden opgegeven.
19