NL
Voorzorgsmaatregelen.
Een slecht gebruik van een compressiemeter voor de motor kan ernstige
schade aan de motor, het voertuig en de compressiemeter zelf, en letsel bij de
aanwezige operatoren veroorzaken. Om die reden dienen alleen opgeleide
vaklieden een compressiemeter te gebruiken.
U dient de gebruikshandleiding aandachtig door te lezen.
Gelieve in geval van twijfel contact op te nemen met de technische
dienst van FACOM.
De door de fabrikanten aangegeven procedures prevaleren boven deze
gebruikshandleiding; in dat geval kan FACOM niet aansprakelijk worden
gesteld in geval van schade.
1. Montage.
Voordat u de compressiemeter voor het eerst in gebruik neemt, moet u de
koppelslang 912-01-02 op de compressiemeter monteren. A
2. Keuze van de compressiemeter.
FACOM heeft twee compressiemeters voor motoren voor u.
De 911 voor dieselmotoren.
De 912 voor benzinemotoren.
Let op: U dient altijd de juiste lezer voor de te controleren motor gebruiken,
een verkeerd gebruik kan onder andere tot schade aan de lezer leiden.
De schade valt niet onder de garantie.
3. Keuze van de adapter.
Voor benzinemotoren gebruikt u de valse bougie met een voor de
motor geschikte diameter. Controleer of de schroefdraden van de valse
ontstekingsbougie precies gelijk zijn. Controleer of er geen risico bestaat dat
een bewegend onderdeel van de motor (bijvoorbeeld een zuiger of kleppen)
niet in contact kan komen met het uiteinde van de bougie wanneer de motor
aangedreven wordt.
Voor dieselmotoren gebruikt u een valse bougie of een valse verstuiver.
Alle cilinders van een zelfde motor moeten met dezelfde adapter gecontro-
leerd worden.
Pas voor het bepalen of een valse bougie of een valse verstuiver voor de
motor gebruikt moet worden de aanbevelingen van de fabrikant van het
voertuig toe; indien deze niet gegeven worden, kunnen de door FACOM
gegeven voorbeelden u wellicht helpen.
Controleer altijd vóór het plaatsen van een adapter of de schroefdraad van
de valse bougie of de valse verstuiver gelijk is aan die van de bougies of de
verstuivers van de te controleren motor.
Controleer of er geen risico bestaat dat een bewegend onderdeel van de
motor (bijvoorbeeld een zuiger of kleppen) niet in contact kan komen met
het uiteinde van de valse bougie of de valse verstuiver wanneer de motor
aangedreven wordt.
4. Gebruik van de startkabel op afstand. B
Met de moderne voertuigen, die veel elektronica voor de motor hebben, is het
soms moeilijk de startmotor te starten wanneer de inspuitkring buiten werking
is. Om die reden verdient het de voorkeur de startkabel te gebruiken.
In dat geval moet u er voor zorgen dat er geen elektrische kortsluiting
veroorzaakt wordt.
NU-911_0707.indd 7
NU-911_0707.indd 7
Sluit de twee bananenstekkers van de startkabel aan op de compressiemeter,
sluit één uiteinde aan op de plusklem van de solenoïde van de startmotor en
het andere op de plusklem van de accu. Door op de drukknop van de compres-
siemeter (nr. 1 ) te drukken, wordt de motor aangedreven door de startmotor.
5. Voorbereiding van de te controleren motor.
-Controleer het oliepeil, indien nodig, verplicht bijvullen alvorens de compressie
te meten.
-De motor moet warm zijn om nauwkeurige waarden te verkrijgen.
-Alvorens met het meten van de compressiedruk te beginnen, moet u de
startmotor enkele keren opstarten om de koolresten te verwijderen.
-Controleer of de afdichtvlakken van de bougies of de verstuivers op de
cilinderkop schoon zijn.
Controleer altijd of de brandstoftoevoer onderbroken is, zo niet,
dan zou de compressiemeter onherstelbaar kunnen beschadigen en
kan letsel veroorzaakt worden.
-Voor dieselmotoren: Onderbreek de dieseltoevoer. U kunt de verstuivers
losmaken (Common Rail), de voeding van de brandstofpomp onderbreken,...
-Voor benzinemotoren: Onderbreek de benzinetoevoer. (U kunt de verstui-
vers losmaken, de voeding van de brandstofpomp onderbreken,...
-Demonteer alle ontstekingsbougies.
-Neem de juiste voorzorgsmaatregelen voor de hoogspanningsontsteking.
-Demonteer alle ontstekingsbougies alvorens de compressie te meten.
6. Gebruik van de compressiemeter.
-Steek een papieren fi che in de compressiemeter.
-Sluit, na de adapter voor de valse bougie of de valse verstuiver op de eerste
cilinder van de motor gemonteerd te hebben, de compressiemeter aan op de
adapter.
-Start de motor met de knop totdat de meetwaarde stabiliseert. Om het
aantal voor het stabiliseren van de waarde benodigde motorcycli te beperken,
verdient het de voorkeur de smoorklep van de inlaat zo ver mogelijk open te
houden.
-Verminder de druk op de compressiemeter met behulp van de decompressiek-
nop (nr. 2 ).
-Maak de compressiemeter los van de valse bougie of de valse verstuiver,
demonteer hem en monteer hem vervolgens op de volgende cilinder.
Druk tussen iedere cilinder op de hendel (nr. 3 ).
-Herhaal de meethandelingen voor iedere cilinder.
7. Uitleg.
Met het overzicht kunt u snel de compressiewaarden afl ezen.
Zie de procedures van de fabrikant van het voertuig voor de uitleg.
Over het algemeen is het maximaal toegestane compressiedrukverschil tussen
twee cilinders van een zelfde motor 1.5 Bar.
27/06/2008 07:57:27
27/06/2008 07:57:27