Aanbevolen Installatie; Opstarten; Installatie Met Een Klep Aan De Inlaatzijde; Installatie Van Kleppen In De Inlaat Of Uitlaat Leiding - ITRON MZ 002-099-4115 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 27
• (6) Vervuiling in het gas zoals bv zand en
laskorrels kunnen het turbinewiel be-
schadigen. Het gebruik van een zeef of
filter wordt dringend aanbevolen.
• (7) Drukpulsen moeten tijdens het op-
starten voorkomen worden, dit om het
turbinewiel te beschermen. Om schade
bij het opstarten te voorkomen, dient de
drukverhoging langszaam met niet meer
dan 0,3 bar per seconde plaats te vinden.

3.2 Aanbevolen installatie.

Turbinemeters zijn "stromingsmeters" dit
betekend dat de metrologie beinvloedt kan
worden door verstoringen, veroorzaakt
door de gasstroom.
Een hogere meetnauwkeurigheid kan ver-
kregen worden door de volgende regels te
hanteren:
• Gebruik bij voorkeur bochtstukken met
een grote radius (>5 DN) aan de inlaat-
zijde van de meter.
• Bij diameter variaties, svp altijd convige-
rend , divigerende pijpstukken gebrui-
ken,voorkom het gebruik van verschil-
lende diameters.
• Obstakel, zoals zakuizen, mogen niet uit-
steken binnen een afstand van 2 DN in
de aanstroomzijde van de meter.
• Pakkingen moeten moeten op de juiste
wijze (centrisch) worden gemonteerd en
moeten niet uitsteken in de leiding.

3.3 Opstarten

3.3.1 Installatie met een klep aan de in-
laatzijde
Open de klep erg langszaam totdat de me-
ter begint te lopen. Voer langszaam de
druk op in de uitlaatzijde (max. 0,3
bar/sec). Als de druk aan de uitlaatzijde is
gestabiliseerd, open de klep volledig.
34
3.3.2 Installatie van kleppen in de
inlaat of uitlaat leiding
Sluit de klep in de uitlaatleiding. Open de
klep in de inlaatleiding langszaam (max.0,3
bar/sec). Als de druk in de meter is gestabi-
liseerd, open dan langszaam de klep aan de
uitlaatzijde om de druk in de meter te hand-
haven en overbelasting te voorkomen.
3.3.3 Installatie met een by-pass.
Sluit alle kleppen. Langszaam de by-pass
openen en wachten tot de uitlaatdruk is
gestabiliseerd. Vervolg dan als 3.3.2. Sluit
de by pass.

4 Connectoren

De MZ kan optioneel uitgevoerd worden
met 2 Laag Frequent (LF), Reed contacten
en een anti-fraude schakelaar; met een in-
duktief middel of hoog frequent (HF) puls-
contact.
Een Cyble sensor kan ook op het telwerk
aangebracht worden, zie Annex 3.
Opmerkingen voor het gebruik in mogelijk
explosieve omgeving (ATEX):
• Puls contacten mogen alleen aangeslo-
ten worden op intrinsiek veilige syste-
men, conform EN50020.
• Als een dun laagje roest vorming moge-
lijk is ( zwevend roest in de direkte om-
geving van de meter), moeten alle uit-
wendige aluminium delen dienovereen-
komstig worden beschermd ( b.v. met
een vernislaag).
• De meter dient geaard te worden
• Voor installatie, demontage of reparatie
van de meter op lokatie, alleen gereed-
schap gebruiken wat is toegestaan voor
explosieve omgeving.
• De meter mag niet blootgesteld worden
aan : vuur, straling of geluidsgolven.
Voor pulsewaarden en maximale frequen-
ties zie Annex 1.

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido