ALTERNATIVE SITE TESTING
U kunt testen op verschillende
plekken op uw lichaam.
Belangrijk:
Er zijn beperkingen met AST
(Alternative Site Testing).
Raadpleeg uw zorgprofes-
sional voordat u met AST
begint.
6.4. WANNEER AST GEBRUIKEN ?
Eten, medicijnen, ziekte, stress en lichamelijke oefening kunnen van invloed zijn op bloed-
glucoseniveaus. Capillair bloed aan de vingertop weerspiegelt deze veranderingen sneller
dan capillair bloed van andere plekken. Neem daarom alleen een bloedmonster van uw
vingertop, als u bloedglucose tijdens of onmiddellijk na een maaltijd, lichamelijke oefen-
ing of een andere gebeurtenis test.
Wij adviseren ten strengste dat u AST ALLEEN op de volgende tijden toepast :
• Vóór de maaltijd of op de nuchtere maag (meer dan 2 uur na de laatste maaltijd).
• Twee uur of meer na insuline-inname.
• Twee uur of meer na lichaamsoefening.
6.5. AST NIET GEBRUIKEN ALS
• U denkt dat uw bloedglucose te laag is.
• U zich niet bewust bent van hypoglycemie
• U op hyperglycemie test
• Uw AST resultaten niet overeenkomen met hoe u zich voelt.
• Uw routinematige glucoseresultaten vaak schommelen.
7. METERGEHEUGEN
De meter slaat de 450 meest recente bloedglucosetestresultaten met de respectieve-
lijke data en tijden in zijn geheugen op. Om naar het metergeheugen te gaan, start u
met de meter uitgeschakeld.
Suggested Test Areas
for the Hand
BewellConnect - BW-GL1 - User Manual - 052015
Upper Arm
Forearm
77