De linkerkolom geeft de huidige stap aan (1, 2 of 3). De rechterkolom geeft de waarde (0-9) aan
die tijdens de huidige stap geprogrammeerd wordt.
STAP
WAARDE
4.1.2 Configuratiemodus
Om de configuratiemodus te starten dient u op de knop aan de achterzijde van het paneel te
drukken. Zodra de onderste LED in de linkerkolom begint te knipperen kunt u met stap 1
beginnen.
Opmerking: De verbonden Multi's of Quattro's schakelen naar 'Inverter only' zowel wanneer de
configuratie knop ingedrukt wordt als tijdens de configuratiemodus.
4.1.3 Stap 1
De schaalwaarde wordt geconfigureerd in de eerste stap. Deze parameter wordt niet gebruikt in
VE.Bus systemen dus druk opnieuw op de configuratie knop om verder te gaan naar stap 2.
(De linker LED kolom zal 2 weergeven.)
4.2.4 Stap 2 en 3
Omdat de generator stroomgrens ver boven de 9 kan liggen zijn er twee stappen nodig om de
generator stroomgrens te configureren. Zodoende kunt u een waarde van 0-99 instellen. In stap 2
programmeert u het eerste cijfer en in stap 3 het tweede cijfer. Indien u bijvoorbeeld een waarde
van 68 wilt programmeren, stelt u 6 tijdens stap 2 en 8 tijdens stap 3 in.
Belangrijk: De waardes 0-99A voor de generator stroomgrens bedekken niet alle systemen.
Daarom verdubbeld het paneel de geprogrammeerde waarde om de generator stroomgrens te
verkrijgen. Dus als u bijvoorbeeld 95 programmeert (9 in stap 2 en 5 in stap 3), resulteert dit in
een generator stroomgrens van 2x95=190A.
6