Sunasanit 3023I
1
4
5
Figuur 14
1 - Roetdoosafschermplaat
2 - Regeling van de
luchtklep
3 - Kijkluik
• Veiligheid te weinig water : klemmen 4 en 5 - Op
voorhand de shunt 4-5 verwijderen.
• Kamerthermostaat met werking op de circulatiepomp :
Klemmen 9 en 10. - Op voorhand de shunt 9-10
verwijderen.
Afmetingen van de electrische voeding : Gebruik
een kabel van 3 x 0,75 mm2 minimum van het type
H05VV-F - faze beschermd door een smeltzekering van
5A en op de aarde aangesloten worden met een waarde
van minder dan 100 ohm.
De draadklemmen gebruiken om iedere toevallige
uitschakeling te vermijden.
De aardingsdraad moet langer zijn tussen zijn
aansluitklem en de draadklem dan de 2 andere draden.
2.10. Verificatie en inwerkingstelling
D e in s ta ll a t ie s po e le n e n d e d ic hth eid erv an
-
kontroleren.
De installatie met water vullen.
-
Gedurende het vullen van de installatie, niet de
circulatiepomp laten draaien, alle afblaaskranen openen
van de installatie ten einde de lucht te verwijderen van de
kanalisaties.
De afblaaskranen sluiten en het water laten bijkomen
-
totdat de druk van de kringloop tussen 1,5 en 2 bar
komt.
De warmtewisselaar ontluchten
-
De klassieke verificaties uitvoeren van de brander en
-
zijn energie aanvoer.
De goede hechting van de elektrische aansluitingen
-
op de aansluitklemmen controleren.
Het toestel op het net aansluiten en inschakelen (zie
-
instrukties voor de gebruiker).
10
Mazoutstookketel
2
3
6
4 - Hulzen voor voelers
5 - Testknop van de
veiligheidsklep
6 - Ontluchter
Document n° 970-3 NL ~ 04/02/2000
Figuur 15 - Regeling van de elektroden
2.11. Regeling van de brander
Sproeier
Pompdruk
GPH en
bar
hoek
0,5 W 60°
12
2.12. Regeling van de elektroden
Kontroleer de centrering van de sproeier (fig. 15).
Vermijd de uitmonding van het sproeistuk met de
vingers aan te raken.
2.13. Regeling van de luchtklep
De luchtklep is op 1 in de fabriek geregeld voor een
CO2 gehalte tussen 12 en 12,5, brander warm ;
stockage van de brandolie op 0°C. De regeling opnieuw
uitvoeren indien nodig.
2.14. Inschakelen van de pomp
Twee buizen : Voor de ontsteking van de brander,
kontroleren of de retourbuis naar de tank niet verstopt
is, anders zou het dichtingssysteem op de pompas
kunnen springen.
Kontroleren dat er mazout in de aanzuigleiding
aanwezig is ; de pomp nooit droog laten draaien.
Monobuis : D e s t o p V ( k . 6 , f i g . 1 6 ) v o o r d e
onderdrukmeter losdraaien en wachten tot er mazout
uitkomt. De brander doen draaien, de fotocel verlichten
Ref. 9722301Z
Figuur 16 -
Inschakelen van de
pomp
1 - Uitgang naar
sproeierlijn
2 - Drukopneming
voor manometer
3 - Drukregeling
4 - Retour
5 - Aanzuiging
6 - Drukopneming
voor onderdrukmeter
Debiet
warme
Luchtklep
brander
kg/u
kenteken
2,17
1
Gebruiksaanwijzing