Druk op de mintoets (5) of plustoets (11) om de instelling in
de menupunten te kiezen.
Om het menu „Basisinstellingen" te verlaten, drukt u op de
toets Meting (2).
Basisinstellingen
Geluidssignalen
Displayverlichting
Digitale libel
Displayrotatie
Permanente laserstraal
Afstandseenheid (verschilt
per land)
Hoekeenheid (verschilt per
land)
Behalve de instelling „Permanente laserstraal" blijven bij het
uitschakelen alle basisinstellingen behouden.
Permanente laserstraal
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
u
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
De laserstraal blijft in deze instelling ook tussen de metingen
ingeschakeld. Voor de meting hoeft u de toets Meten (2)
slechts éénmaal kort in te drukken.
Meetfuncties
Eenvoudige lengtemeting
Druk voor lengtemetingen zo vaak op de toets (12) tot op
het display de aanduiding voor lengtemeting verschijnt.
Druk voor het inschakelen van de laser en voor
het meten telkens één kort op de toets Meten
(2).
De meetwaarde verschijnt in de resultaatregel
(c).
Bosch Power Tools
Bij meerdere lengtemetingen achter elkaar verschijnen de
resultaten van de laatste metingen in de meetwaarderegels
(a).
Oppervlaktemeting
Druk voor oppervlaktemetingen zo vaak op de toets (12) tot
op het display de aanduiding voor oppervlaktemeting
Aan
schijnt.
Meet daarna breedte en lengte na elkaar zoals bij een lengte-
Uit
meting. Tussen de beide metingen blijft de laserstraal inge-
schakeld.
Aan
Uit
Automatisch
aan/uit
Volumemeting
Aan
Druk voor volumemetingen zo vaak op de toets (12) tot op
Uit
het display de aanduiding voor volumemeting
Meet daarna breedte, lengte en diepte na elkaar zoals bij een
Aan
lengtemeting. Tussen de drie metingen blijft de laserstraal
ingeschakeld.
Uit
Aan
Waarden boven 999.999 m
duid, op het display verschijnt „ERROR". Verdeel het te me-
ten volume in afzonderlijke metingen waarvan u de waarden
Uit
apart berekent en vervolgens optelt.
Continumeting / minimum-/maximummeting (zie
m, ft, inch, ...
afbeelding B)
Bij de continumeting kan het meetgereedschap relatief ten
°, %, mm/m,
opzichte van het doel worden verplaatst, waarbij de meet-
inch/ft
waarde ongeveer elke 0,5 seconden wordt geactualiseerd. U
kunt zich bijv. van een muur tot op de gewenste afstand ver-
wijderen, de actuele afstand is altijd afleesbaar.
Voor continumetingen drukt u op de toets Functiewissel (4)
tot op het display de aanduiding voor continumeting ver-
schijnt. Druk voor het starten van de continumeting op de
toets Meten (2).
De minimummeting dient voor de bepaling van de kortste af-
stand vanuit een vast referentiepunt. Deze helpt bijv. bij het
bepalen van verticale of horizontale lijnen.
De maximummeting dient voor de bepaling van de grootste
afstand vanuit een vast referentiepunt. Deze helpt bijv. bij de
bepaling van diagonale lijnen.
overschreven, wanneer de actuele lengtemeetwaarde klei-
ner of groter dan de minimum- of maximumwaarde tot dus-
ver is.
Nederlands | 77
Na het voltooien van de tweede meting wordt
de oppervlakte automatisch berekend en ver-
schijnt in de resultaatregel (c). De afzonderlij-
ke meetwaarden staan in de meetwaardere-
gels (a).
Na het voltooien van de derde meting wordt
het volume automatisch berekend en ver-
schijnt in de resultaatregel (c). De afzonderlij-
ke meetwaarden staan in de meetwaardere-
gels (a).
3
kunnen niet worden aange-
In de resultaatregel (c) verschijnt de actuele
meetwaarde. In de meetwaarderegels (a) ver-
schijnen de maximale („max") en de minimale
(„min") meetwaarde. Deze wordt telkens
1 609 92A 55A | (05.08.2019)
ver-
verschijnt.