Bediening
Een bepaalde lamellenstand kan niet op een
MEMO-geheugen worden gelegd.
De toegang tot de MEMO-geheugens M1 en M2
verloopt via de IR-hand resp. wandzender.
Nadere inlichtingen vindt u in de bijbehorende
IR-gebruiksaanwijzingen.
c. Bediening via de nevenposten
Als nevenaansluitingen zijn alle soorten signaalgevers die
een 230-V-signaal (geen continu signaal) naar de
nevenaansluitingsingangen „1" en „2" afgeven geschikt
(zie Fig. 1).
De bediening is afhankelijk van de desbetreffende functie-
omvang van de nevenpost en van de gekozen modus.
Het inbouw-inzetstuk interpreteert korte
spanningsimpulsen als „kort indrukken (aantippen)" en
lange spanningsimpulsen als „lang indrukken".
DUT 157