Helderheidssensor
De sensorleiding moet niet worden verlengd
omdat anders de functie wordt aangetast.
c. Instelling (voor het bedieningselement 6430
resp.6066)
Voor de instelling van de drempelwaarde voor de
helderheidssensor onafhankelijk van de actuele helder-
heid, gaat u a.u.b. als volgt te werk:
●
Verzekert u zichzelf ervan dat de helderheidssensor
opde voorziene plaats is aangebracht en nietbedekt is.
Let er a.u.b. op dat bij
instelwerkzaamheden/her-plaatsing van de
helderheidssensor de jaloezie event.
plotseling in beweging wordt gezet.
DUT 162