Opmerking: maximale kabellengte van het systeem = aantal uitbreidingen en
bediendelen in het systeem x maximumafstand voor kabeltype.
Kabeltype
CQR-standaardalarmkabel
UTP categorie: 5 (massieve kern)
Belden 9829
IYSTY 2 x 2 x 0,6 (min)
In Afb. 2 ziet u de bedrading van de X-Bus naar een uitbreiding/controller en een
volgende uitbreiding/controller in kanaalconfiguratie. De aansluitingen 3A/3B en
4A/4B worden alleen gebruikt voor de bedrading van een aftakking. Bij een
kanaalconfiguratie wordt de laatste uitbreiding niet terug aangesloten op de
controller.
Zie Afb. 2: Bedrading van uitbreidingen
1 SPC-controller
2 Vorige uitbreiding
3 SPCP332/333
4 Volgende uitbreiding
Zie de SPC Configuratiehandleiding van de aangesloten controller voor meer
instructies voor de bedrading, afscherming, specificaties en beperkingen.
Bedrading van ingangen
De uitbreiding heeft 8 geïntegreerde zone-ingangen die als volgt kunnen worden
geconfigureerd:
Geen End of Line (NEOL)
Enkele End of Line (SEOL)
Dubbele End of Line (DEOL) (Afb. 3)
Antimaskeer-PIR (Afb. 4)
Zie Afb. 3: Standaardconfiguratie (DEOL 4K7)
Ingang 1
1
COM
2
Sabotage
3
4K7
4
Alarm
5
4K7
6
EOL
7
Zie Afb. 4: Configuratie van antimaskeer-PIR
Ingang 2
1
COM
2
Sabotage
3
1K
4
Alarm
5
2K2
6
Anti-Masking
7
EOL 1K
8
Zie de SPC Installatie- en configuratiehandleiding voor alle mogelijke
weerstandswaarden en combinaties.
Antimasking wordt alleen gerapporteerd als type 'Alarm' aan ARC als het
gebied of systeem is ingeschakeld.
Bedrading van uitgangen
De uitbreiding heeft 2 geïntegreerde 1A, enkelpolige wisselrelais die kunnen
worden toegewezen aan een van de uitgangen van het SPC-systeem. Deze
relaisuitgangen kunnen een nominale spanning van 30V DC bij 1A schakelen
(inductievrije belasting). In Afb. 5 ziet u de bedrading van een actief hoge uitgang.
Wanneer het relais wordt geactiveerd, schakelt het 'gemeenschappelijke contact'
(COM) van het 'rustcontact' (NC) naar het 'arbeidscontact' (NO).
Zie Afb. 5: Bedrading van uitgangen (actief hoog)
1 Arbeidscontact (NO)
2 Gemeenschappelijk contact (COM)
3 Rustcontact (NC)
Adressering van X-BUS
Voor informatie over adressering, reconfiguratie, plaats van apparaten, bewaking,
bewerken van namen, communicatietypen van X-BUS en storingtimer zie de SPC
Configuratiehandleiding.
Installatie van achterste sabotageschakelaar
De achterste sabotageschakelaar (Afb.1, nr. 26) is vereist voor SSF Alarmklasse 2
en EN Alarmklasse 3.
De achterste sabotageschakelaar wordt geleverd bij de SPCP333 en is
beschikbaar als optie (SPCY130).
De wandplaat monteren:
Bevestig de SPC-behuizing op de gewenste positie aan de wand met alle
drie de bevestigingen (zie Afb. 8, nr. 1).
Trek een streep rond de binnenzijde van de uitsparing voor het achterste
sabotagecontact (zie Afb. 8, nr. 2) als oriëntatie voor de plaat op de wand.
Verwijder de behuizing van de wand.
Houd de plaat (Afb. 9, nr. 1) tegen de wand en zorg dat de plaats precies
is gecentreerd rond de eerder getekende rechthoek (Afb. 9, nr. 2).
Afstand
200 m
400 m
400 m
400 m
Zorg dat alle vier de flenzen op de wandplaat vlak op de wand liggen.
Markeer de vier bevestigingen op de wandplaat.
Boor gaten en gebruik geschikte schroeven (max. 4 mm) voor de wand.
Bevestig de wandplaat aan de wand.
De achterste sabotageschakelaar monteren
Plaats de sabotageschakelaar (Afb. 10, nr. 2) in de achterzijde van de
behuizing zodat de taster naar buiten wijst. (Afb. 10, nr. 1)
Bevestig de behuizing weer aan de wand met de drie eerder verwijderde
bevestigingen.
Controleer visueel of de wandplaat en het metaalwerk van de behuizing
goed aansluiten.
WAARSCHUWING: Als de wandplaat niet nauwkeurig is uitgelijnd, past de
behuizing niet goed op de bevestigingen.
Bedrading van de achterste sabotageschakelaar
Sluit een einde van de sabotagedraden aan op klemmenstrook CN4
(Afb.1, nr. 25).
Steek de witte connectoren aan de andere einden van de sabotagedraden
naar de gemeenschappelijke (COM) en normaal geopende (NO) vorkconnectoren
op de achterste sabotageschakelaar.
Appendix A: LED-status
Netspanning
Situatie
groen
Normaal
Aan
Lichtnet OK,
accu wordt
Aan
Knipperen
geladen
Stroomstoring,
Uit
accu OK
Lichtnet OK,
accu niet
Aan
geïnstalleerd of
defect
Stroomstoring,
accu niet
geïnstalleerd,
defect of wordt
beschermd
tegen
diepontlading
Uitgang 1
zekering open
Uitgang 2
zekering open
Uitbreiding
zekering open
Meer dan één
zekering open
Overbelasting
op uitgang
Storing PSU-
Uit
switcher
Geen Accu-
aansluiting
* Stroombegrenzing
Appendix B: Accu-aansluiting (Afb. 1 nr. 8)
Aansluiting
Omschrijving
DTX
Niet gebruiken.
17 Ah
Selecteer deze optie als een 17Ah accu is geplaatst in de PSU
7 Ah
Selecteer deze optie als een 7Ah accu is geplaatst in de PSU.
Opmerking: alleen een van de koppelingen hierboven kan worden aangesloten op
deze aansluiting.
Appendix C: Stand-by-accu kiezen
In de tabel hieronder wordt de maximale totale stroom (in mA) aangegeven die kan
worden gebruikt door alle uitgangen voor EN-compatibiliteit. Er zijn ook andere
limieten van toepassing. De maximale stroom die uitgang 1 en 2 elk mogen
gebruiken is bijvoorbeeld 750 mA.
Beschikbare stroom in mA =
1000 * (0,85 * accucapaciteit in Ah) / (stand-bytijd in uren) - 77 mA
7 Ah (Klasse 2)
12
24
Standbytijd
(uren)
30
60
Niet gebruiken
Accu
Limiet
Zekeringrood
rood
groen
Aan
Uit
Uit
Aan
Uit
Alle led's uit
Eén keer
knipperen
Twee keer
knipperen
Drie keer
knipperen
Aan
Aan
Knipperen
Alle led's knipperen tegelijkertijd
Accucapaciteit
17 Ah (Klasse 3)
419
1127
171
525
121
405
164
*
Status
groen
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan
Aan