7.10.6
Autostart
De functie [Autostart] bepaalt of de pomp bij herstarten van de netwerkspanning na
spanningsuitval in de bedrijfstoestand 'Pauze' gaat, of als de pomp onmiddellijk in de
ingestelde modus moet verderdraaien.
VOORZICHTIG!
De gebruikers van de pomp is ervoor verantwoordelijk om het risico van een
ongewilde start van de pomp na terugkeer van het netwerk door een geschikte
maatregel te verhinderen!
Afb. 54: Configuratie: Autostart
Fabrieksinstelling: zonder autostart
[Autostart] instellen:
1.
[Hoofdmenu] op te roepen:
2.
[Configuratie] selecteren:
3.
Met de schermschuifbalk tot aan het menupunt [Autostart] gaan.
4.
[Autostart] selecteren
ð Scherm wisselt naar de keuze [Autostart].
5.
Indien gewenst, het keuzeveld „Met Autostart" selecteren.
ð In het keuzeveld wordt na het selecteren een vinkje geplaatst.
6.
Toets
ð De instelling wordt opgeslagen en het scherm schakelt naar het configuratie-
overzicht terug.
7.
Drukken op de toets
8.
Drukken op de toets
Ä Hoofdstuk 7.7 „Hoofdmenu" op pagina 68
Ä Hoofdstuk 7.10 „Overzicht - configuratie" op pagina 88
indrukken.
zorgt voor het terugkeren naar het [Hoofdmenu].
zorgt voor het terugkeren naar de [modusweergave].
97
Besturing / software
417102276 Rev. 3-01.2019