2.8
Exploitantplichten
In de ERR (Europese Economische Ruimte) moet de nationale omzetting van
de richtlijn (89/391/EWG), de bijbehorende richtlijnen en in het bijzonder de
richtlijn (2009/104/EG) omtrent de minimumvoorschriften inzake veiligheid en
gezondheidsbescherming bij gebruik van werkmiddelen door werknemers
tijdens de werkzaamheden, in de geldige versie, worden in acht genomen en
nagekomen.
De gebruiker moet de plaatselijke, wettelijke bepalingen voor:
de veiligheid van het personeel (BG- en voorschriften inzake ongevalpreventie,
n
werkplaatsrichtlijnen), bijv gebruiksaanwijzingen, ook volgens §20 GefStoffV,
persoonlijke veiligheidsuitrusting (PVU), voorzorgingsonderzoeken;
n
de veiligheid van de werkmiddelen (veiligheidsuitrusting, werkaanwijzingen,
procedurerisico's en onderhoud);
n
de productkwaliteit (veiligheidsgegevensbladen, index gevaarlijke stoffen);
n
de productverwijdering met het afval (afvalwet);
n
de materiaalverwijdering met het afval (buitenbedrijfstelling, afvalwet);
n
de reiniging (reinigingsmiddel en afvalverwijdering) nakomen,
n
alsook de actuele documenten inzake milieubescherming in acht nemen.
Bovendien moet door de gebruiker:
n
de persoonlijke veiligheidsuitrusting (PVU) ter beschikking worden gesteld.
n
de maatregelen in gebruiksaanwijzingen worden gefixeerd en het personeel worden
onderricht;
n
bij bedieningsplaatsen (vanaf 1 meter boven de bodem): veilige toegang worden
gecreëerd;
n
de verlichting van de werkplaatsen moet door de gebruiker volgens ASR 7/3 worden
opgesteld.
n
verzeker dat bij de montage en inbedrijfstelling, als deze door de gebruiker zelf
worden uitgevoerd, plaatselijke voorschriften in acht worden genomen.
23
Veiligheid
417102276 Rev. 3-01.2019