BE
warmteregeling
Temperatuurregeling
Situatie nr. 1: de ketel heeft een BUS BridgeNet®-verbinding
De ketel en de module communiceren met elkaar voor een optimale
werking. In deze situatie zijn meerdere types temperatuurregeling
mogelijk, naargelang de confi guratie en de instellingen van de instal-
latie. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de ketel.
Controleer of het systeem van de actieve regeling (SRA of tem-
peratuurregeling) actief is door te controleren of het scherm van de
ketel "SRA" aangeeft. Staat dat er niet, activeer de functie dan door te
drukken op de toets SRA van de ketel. De vertrektemperaturen van
het water voor elk van de zones kunnen zo perfect worden aangepast
aan de kenmerken van de installaties.
Situatie nr. 2: de ketel heeft geen BUS BridgeNet®-verbinding
In deze situatie kan de module de temperatuurregeling niet
beheren. De vertrektemperatuur van het water voor de Zone 1 wordt
bepaald door de instelling van de ketel. Voor de Zone 2, stuurt de mo-
dule de gemotoriseerde mengkraan aan om de vertrektemperatuur
van het water vast te houden op de waarde die is gedefi nieerd door
de parameter 502.
Voor de Zone 3, stuurt de module de gemotoriseerde mengkraan
aan om de vertrektemperatuur van het water vast te houden op de
waarde die is gedefi nieerd door de parameter 602.
69