ALGEMENE INFORMATIE
In dit hoofdstuk wordt de algemene informatie gegeven waarvan
alle gebruikers van deze handleiding kennis moeten nemen.
De specifi eke informatie voor elke gebruiker van deze handlei-
ding wordt vermeld in de hoofdstukken erna ("INSTRUCTIES
VOOR ... " ).
1 GEGEVENS VAN HET APPARAAT
•
Het plaatje met de gegevens van het apparaat zit aan de
binnenkant van het bedieningspaneel.
•
Het model en het serienummer van het apparaat staan ook
vermeld op de labels onder het merk en op de verpakking.
2 ALGEMENE AANWIJZINGEN
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR
•
Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert belangrijke
informatie over de veiligheid bij de installatie, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
•
De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalifi ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door de
fabrikant, in overeenstemming met de geldende veiligheid-
svoorschriften en de instructies in deze handleiding.
•
Stel het model van het apparaat vast. Het model wordt aan-
gegeven op de verpakking en op het gegevensplaatje van
het apparaat.
•
Installeer het apparaat alleen in vertrekken met voldoende
ventilatie.
•
Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
•
Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER
•
Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert belangrijke
informatie over de veiligheid bij de installatie, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
•
Bewaar deze handleiding op een veilige, bekende plaats, om
haar altijd te kunnen raadplegen zolang het apparaat mee-
gaat.
•
De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalifi ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door de
fabrikant, in overeenstemming met de geldende veiligheid-
svoorschriften en de instructies in deze handleiding.
•
Maak voor assistentie uitsluitend gebruik van door de fa-
brikant erkende technische centra, en sta op het gebruik van
originele vervangingsonderdelen.
•
Laat minstens tweemaal per jaar onderhoud plegen op het
apparaat. Geadviseerd wordt om een onderhoudscontract af
te sluiten.
•
Het apparaat is bestemd voor professioneel gebruik en moet
worden bediend door opgeleide personen.
•
Het apparaat is bestemd voor het bereiden van voedsel in
overeenstemming met de gebruiksaanwijzingen.Ieder ander
gebruik is oneigenlijk.
•
Laat het apparaat niet gedurende lange periodes leeg we-
rken. Voor het gebruik moet het apparaat worden voorve-
rwarmd.
•
Houd het apparaat tijdens de werking in het oog.
•
In het geval van een storing of een defect in het apparaat
moet de gaskraan worden dichtgedraaid en/of moet de hoo-
60
fdschakelaar van de elektrische voeding, die bovenstrooms
van het apparaat geplaatst is, worden uitgeschakeld.
•
Voer de reiniging uit volgens de instructies in het hoofdstuk
"INSTRUCTIES VOOR DE REINIGING".
•
Houd geen ontvlambare materialen in de buurt van het appa-
raat. BRANDGEVAAR.
•
Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
•
Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
AANWIJZINGEN VOOR DE ONDERHOUDSMONTEUR
•
Lees deze handleiding aandachtig, want zij levert belangrijke
informatie over de veiligheid bij de installatie, het gebruik en
het onderhoud van het apparaat.
•
De installatie, aanpassing aan een ander gastype en het on-
derhoud van het apparaat moeten worden uitgevoerd door
gekwalifi ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd is door de
fabrikant, in overeenstemming met de geldende veiligheid-
svoorschriften en de instructies in deze handleiding.
•
Stel het model van het apparaat vast. Het model wordt aan-
gegeven op de verpakking en op het gegevensplaatje van
het apparaat.
•
Installeer het apparaat alleen in vertrekken met voldoende
ventilatie.
•
Dek de luchtinlaat- en uitlaatopeningen van het apparaat niet
af.
•
Maak de onderdelen van het apparaat niet onklaar.
AANWIJZINGEN VOOR DE REINIGING
•
Maak de gesatineerde buitenkant van roestvrij staal, het op-
pervlak van de bereidingsbakken en het oppervlak van de
kookplaten iedere dag schoon.
•
Laat de inwendige delen van het apparaat minstens tweemaal
per jaar schoonmaken door een geautoriseerd technicus.
•
Reinig het apparaat niet met directe waterstralen of stralen
met hoge druk.
•
Gebruik geen bijtende producten om de vloer onder het ap-
paraat schoon te maken.
3 VEILIGHEIDS- EN CONTROLEVOORZIENINGEN
3.1 ELEKTRISCHE BRAADPAN
MICROSCHAKELAARS
•
Het apparaat is voorzien van een microschakelaar die de
verwarming automatisch uitschakelt wanneer de bak wordt
opgetild.
•
Het apparaat heeft micro-eindschakelaars die de beweging
van de bak automatisch stoppen aan het einde van de hef-
en daalmanoeuvres.
3.2 ELEKTRISCHE EN MULTI-BRAADPAN
VEILIGHEIDSTHERMOSTAAT
De fabrikant van het apparaat kan niet verantwoordelijk
worden geacht voor eventuele schade die veroorzaakt
wordt door het niet naleven van de hieronder vermelde
verplichtingen.
•
Het apparaat is voorzien van een handmatig terug te stellen
veiligheidsthermostaat die de verwarming uitschakelt wan-
neer de bedrijfstemperatuur boven de maximaal toegestane
temperatuur stijgt.
•
Om de werking van het apparaat te hervatten, moet het be-
dieningspaneel (frontaal paneel voor de directe pannen en de
braadpannen) worden verwijderd en moet de resetknop van
de thermostaat worden ingedrukt.Dit mag uitsluitend worden
gedaan door een gekwalifi ceerd, geautoriseerd technicus.