2. Types sensoren
De DIEMASOL B regulatie gebruikt bijzonder nauwkeuri-
ge temperatuursensoren (model Pt1000) (FKP en FRP).
De plaatsing van de sensoren bepaalt in hoge mate de al-
gehele effectiviteit van de installatie. De temperatuur van
de sensor moet aan de binnenkant op het hoogste punt
van de sensor worden gemeten. Op en boiler met een
geïntegreerde warmtewisselaar, moet de dompelsensor
direct boven de warmtewisselaar zijn geplaatst. Bij ge-
bruik van externe warmtewisselaars moet de dompelsen-
sor op de bodem van de boiler zijn geplaatst. Om
aangepast te kunnen worden aan alle installaties, omvat
het gamma 3 types sensoren: een dompelsensor, een
vlakke oppervlaktesensor en een buisoppervlaktesensor.
De types sensoren FKP en FRP zijn technische gezien
gelijk en de modellen lijken op elkaar. Alleen de elektri-
sche aansluitingen verschillen van elkaar:
➤ FKP6 : temperatuursensor Pt1000, diameter 6 mm,
siliconekabel van de sensor 1,5 m, temperatuurbe-
reik
-50 ... +180 °C, geen dompelbuis, geïnte-
greerd in de sensor.
➤ FRP150 : temperatuursensor Pt1000, dompeldiepte
150 mm, koperen dompelbuis (vernikkeld), complete
sensor in de boiler in te bouwen
➤ FK : siliconekabel van de sensor van 1,5 m bestand
tegen weersinvloeden en temperatuurschommelin-
gen van -50 °C ... +180 °C, bij voorkeur geschikt voor
de collector.
➤ FR : kabel HO7 RN-F van 2,5 m voor temperaturen
van -5 °C ... +80 °C, bij voorkeur geschikt voor de boi-
ler.
Houd u aan de geldende regelgeving. De kabels van de
sensoren werken met een lage spanning ; zij mogen niet
met kabels met spanningen boven 50 volt samenlopen in
een kabelgoot. De kabels van de sensoren kunnen wor-
den verlengd tot 100 m ; de verlengkabel moet een opper-
vlak hebben van 1,5 mm
maximale lengte van 50 m ). Voor grotere lengtes of ge-
bruik in kabelgoten, moeten afgeschermde kabels wor-
den
gebruikt.
Gebruik
dompelsensoren.
Opmerking :
Om overspanning op de collectorsensor te voorkomen
(bijvoorbeeld door blikseminslag), adviseren wij een De
Dietrich SP1 overspanningsbeveiligingssysteem te mon-
teren.
2
2
(of 0,75 mm
voor een
dompelbuizen
voor
de
29
NL