WAARSCHUWING: Het gebruik van dit
7.
gereedschap kan stof opwerpen waarin chemische
bestanddelen kunnen zitten die ziekten aan de
luchtwegen of andere ziekten kunnen veroorzaken.
Enkele voorbeelden van deze chemische bestand-
delen zijn verbindingen die gevonden worden in
pesticiden, insecticiden, meststoffen en herbiciden.
Het gevaar van blootstelling hangt af van hoe vaak
u dit soort werk uitvoert. Om blootstelling aan deze
chemicaliën tot een minimum te beperken, dient u
in een goed geventileerde omgeving te werken en
gebruik te maken van goedgekeurde veiligheids-
middelen zoals stofmaskers die speciaal ontworpen
zijn voor het filtreren van microscopische deeltjes.
Elektrische veiligheid en accu
1.
Stel het gereedschap niet bloot aan regen of
natte omstandigheden. Als water binnendringt
in het gereedschap, wordt de kans op een elektri-
sche schok groter.
Gebruik het gereedschap niet als het niet kan
2.
worden in- en uitgeschakeld met de schake-
laar. Ieder gereedschap dat niet met de schake-
laar kan worden bediend is gevaarlijk en moet
eerst worden gerepareerd.
3.
Voorkom onbedoeld starten. Controleer dat de
schakelaar in de uit-stand staat alvorens de
accu aan te brengen, het gereedschap op te
pakken of te dragen. Door het gereedschap te
dragen met uw vinger op de schakelaar, of door
het gereedschap op een voeding aan te sluiten
terwijl de schakelaar aan staat, neemt de kans op
ongevallen sterk toe.
Werp de accu('s) niet in een vuur. De accu kan
4.
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving voor
mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
Open of vervorm de accu('s) niet. Het elektrolyt
5.
is agressief en kan letsel toebrengen aan de ogen
en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
Laad de accu niet op in de regen of op een
6.
natte plaats.
7.
Vermijd gevaarlijke omgevingen. Gebruik het
gereedschap niet op vochtige of natte plaatsen
en stel het niet bloot aan regen. Als water bin-
nendringt in het gereedschap, wordt de kans op
een elektrische schok groter.
Laad de accu niet buitenshuis op.
8.
9.
Raak de lader, inclusief de stekker en de con-
tacten van de lader, niet met natte handen aan.
10. Vervang de accu niet met natte handen.
Vervang de accu niet in de regen.
11.
12. Laat de aansluitpunten van de accu niet nat
worden met een vloeistof, zoals water, en
dompel de accu niet onder. Laat de accu niet
in de regen liggen en laad of berg de accu niet
op een vochtige of natte plaats op. Als de aan-
sluitpunten nat worden of vloeistof binnendringt
in de accu, kan kortsluiting ontstaan in de accu
en bestaat de kans op oververhitting, brand of
explosie.
13. Nadat de accu vanaf het gereedschap of de
acculader is verwijderd, vergeet u niet het
accudeksel op de accu te bevestigen en deze
op een droge plaats op te bergen.
14. Als de accu nat wordt, laat u het water eruit
lopen en veegt u hem af met een droge doek.
Laat de accu volledig drogen op een droge
plaats voordat u hem gebruikt.
15. Als u het gereedschap op een modderige
ondergrond, natte helling of gladde plaats
gebruikt, let u erop dat u stevig staat.
In gebruik nemen
Alvorens het gereedschap te monteren of af te
1.
stellen, verwijdert u de accu.
2.
Trek veiligheidshandschoenen aan voordat u
het metalen snijblad hanteert.
3.
Voordat u de accu aanbrengt, inspecteert u het
gereedschap op beschadigingen, losse schroe-
ven/moeren en verkeerde montage. Slijp het
metalen snijblad als het bot is. Als het metalen
snijblad verbogen of beschadigd is, vervangt
u hem. Controleer of alle bedieningshendels
en -schakelaars gemakkelijk kunnen worden
bediend. Maak de handgrepen schoon en droog.
4.
Probeer nooit het gereedschap in te schakelen
als het beschadigd of nog niet volledig gemon-
teerd is. Anders kan ernstig letsel ontstaan.
5.
Stel het schouderdraagstel en de handgreep af
op de lichaamsgrootte van de gebruiker.
Wanneer u een accu aanbrengt, controleert
6.
u of het snijgarnituur uw lichaam en andere
voorwerpen, zoals de grond, niet raakt. Dit kan
bij het inschakelen gaan draaien en persoonlijk
letsel, schade aan het gereedschap en/of materi-
ele schade veroorzaken.
7.
Verwijder alle verstelsleutels, -tangen en schede
voordat u het gereedschap inschakelt. Een acces-
soire dat nog aan een draaiend deel van het gereed-
schap vastzit, kan persoonlijk letsel veroorzaken.
8.
Het snijgarnituur moet zijn uitgerust met een
beschermkap. Gebruik het gereedschap nooit
met een beschadigde beschermkap of zonder
aangebrachte beschermkap!
9.
Verzeker u ervan dat er geen elektriciteitska-
bels, waterleidingen, gasleidingen, enz. zijn
die een gevaarlijke situatie zouden kunnen
veroorzaken als ze worden beschadigd door
het gebruik van dit gereedschap.
Gebruik
1.
In geval van nood zet u het gereedschap
onmiddellijk uit.
Als u tijdens gebruik een ongebruikelijke situ-
2.
atie opmerkt (bijv. geluid, trillingen), schakelt
u het gereedschap uit en verwijdert u de accu.
Gebruik het gereedschap niet meer totdat de
oorzaak is opgespoord en verholpen.
3.
Het snijgarnituur blijft nog een korte tijd draaien
nadat het gereedschap is uitgeschakeld. Raak
het snijgarnituur niet onmiddellijk aan.
4.
Gebruik tijdens het werk het schouderdraag-
stel. Houd het gereedschap stevig tegen uw
rechterzij.
5.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige stand
en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor verborgen
obstakels, zoals boomstronken, boomwortels en
greppels, om te voorkomen dat u valt.
79 NEDERLANDS