L
Koelvloeistofpomp
M
Maatstang (optional)
N
Houderbak
O
Materiaalklem
P
Materiaalklembediening
Q
Hendel snelbedieningmateriaalklem
R
Basement
UITVOERING UNIVERSELE MOTOR
GEWICHT: ............................................................... 140 Kg.
AFMETINGEN: ............................... cm 575 x 670 x H 720
....................................................... in de grootste opstelling
VERPAKKINGSAFMETINGEN: .......cm 780x1240xH1080
UITVOERING INDUCTIEMOTOR
GEWICHT: ............................................................... 150 Kg.
AFMETINGEN: ................................. m 575 x 670 x H 720
....................................................... in de grootste opstelling
VERPAKKINGSAFMETINGEN: ......cm 780x1240xH1080
2
INSTALLATIE
2.1
DE VERPAKKING VERWIJDEREN
De machine wordt geleverd in een speciale doos. Deze
verpakking dient dus volledig en met geschikte instrumenten
te worden verwijderd zonder enig deel van de machine
te beschadigen. Raadpleeg voor het verpakkingsafval
hoofdstuk 6.4.
2.2
DE MACHINE VERPLAATSEN EN VERVOEREN
(Afb.2)
De machine is zwaar en dient dus alleen te worden verplaatst
met geschikte hijs- en hefmiddelen.
OPGELET: Probeer de machine niet met de hand
op te tillen, ook niet met meerdere personen.
OPGELET: Alle hef- en hijswerkzaamheden voor
verplaatsing met een heftruck of takel die in deze
handleiding worden beschreven, dienen te worden
overgelaten aan deskundige hef- en hijsmonteurs
die hiervoor opgeleid zijn en aan de nodige
vereisten voldoen (2006/42/EG).
Om de nog ingepakte machine te verplaatsen, dient u een
heftruck te gebruiken en de twee vorken in de voorbehouden
holtes onder de pallet te steken. Verplaats de machine
voorzichtig, maak geen bruuske bewegingen die de machine
uit evenwicht kunnen brengen en kunnen doen vallen.
Om de machine los te maken van de pallet nadat u de
verpakking hebt verwijderd, draait u de bevestigingsschroeven
los. Bewaar deze schroeven, u kunt ze nog nodig hebben
voor andere verplaatsingen.
Als de pallet weggehaald is, dient de machine in de eerste
plaats aan het hefmiddel te worden vastgemaakt met
kettingen, kabels of riemen die hier sterk genoeg voor
zijn. Steek deze kettingen of andere middelen door de
bijgeleverde hijsogen.
U kunt de machine nu optillen met een takel of met een ander
geschikt hijsmiddel.
OPGELET: Het is verboden de machine op te tillen
met het hoofdgedeelte D (Afb.1)
OPGELET: Voordat u de machine hijst, controleert
u of het hoofdgedeelte dichtgeklapt is en
vastgemaakt is aan de rest van de structuur met
touwen of andere verankeringssystemen (Zie Afb
2).
2.3
DE MACHINE AANSLUITEN OP DE STROOM
Controleer of het net volgens de veiligheidsvoorschriften
geaard is en of het stopcontact in perfecte staat is.
Maak aan het stroomsnoer van de machine een
goedgekeurde steker volgens de veiligheidsvoorschriften
en sluit de geelgroene draad aan op het daarvoor bestemde
en aangeduide draadklemmetje.
ALLEEN INDUCTIE-UITVOERING (Afb. 3): controleer de
draairichting van de motor: de zaag moet in de richting van
de pijl op het hoofdgedeelte van de machine draaien; als dit
niet het geval is, verwisselt u twee van de drie fasen in de
steker. Monteer de schakelkast A in de zitting op het draaistel
en zet het vast met de meegeleverde borgschroeven. Op de
ingang van het net moet een lekstroomschakelaar worden
gemonteerd die alle geleiders beveiligt tegen kortsluitingen
en overbelasting.
Deze beveiliging dient te beantwoorden aan de elektrische
kenmerken van de machine die op de motor staan.
De motor van deze bandzaag is uitgerust met een
beveiligingsschakelaar tegen oververhitting die de stroom
uitschakelt als de motor te warm loopt. Als de motor uitslaat,
wacht u totdat deze weer afgekoeld is, waarna de motor weer
normaal kan worden ingeschakeld.
UNIVERSELE UITVOERING (Afb. 4)
Als de stroom toevallig uitvalt, kunt u gewoon wachten
totdat er weer stroom is, zonder dat dit gevaarlijke situaties
veroorzaakt: de elektronische regelaar heeft een ingebouwde
resetfunctie die voorkomt dat de machine automatisch weer
aanslaat.
Om de machine weer aan te zetten, drukt u twee keer de
startknop A in de handgreep in.
INDUCTIE-UITVOERING (Afb. 3-4)
Als de stroom toevallig uitvalt, kunt u gewoon wachten
totdat er weer stroom is, zonder dat dit gevaarlijke
situaties veroorzaakt: in de schakelkast is een ingebouwde
resetfunctie voorzien die voorkomt dat de machine
automatisch weer aanslaat.
Om de machine weer aan te zetten, drukt u de startknop C
(Afb.3) in en dan de startknop A (Afb.4) in de handgreep.
OPGELET: Stel de motorbeveiliging op geen
enkele manier anders af: u kunt hiermee de
motor maar ook andere mechanische onderdelen
beschadigen.
51