Fabrieksinstelling:
Contact z1-z2 sluit, als een van de vier posities is bereikt.
Bij de stand filteren is in plaats van "√" eveneens de keuze "P"
mogelijk. De instelling "P" betekent dat z1-z2 gesloten is, als
omlaag in de stand filteren ook de pomp is ingeschakeld. Deze
kan worden gebruikt in combinatie met een doseerinrichting.
De volgende functies zijn instelbaar voor het contact z1-z2:
•
Vrijlating z1-z2
•
Verwarmingsregeling
3.5.3
Relaisuitgangen 11 -14
De volgende functies zijn instelbaar bij de relaisuitgang:
•
Niveauregeling
3.5.4
Relaisuitgang z7- z8
De volgende functies zijn instelbaar bij de relaisuitgang:
•
Verwarmingsregeling
•
Solarregeling
•
Vorstbescherming
•
Foutmelding
3.5.5
Uitgang naar de Eco VS-pomp
De aansluiting voor de pomp BADU Eco VS, BADU Eco Touch-
Pro II en BADU Eco Soft moet worden uitgevoerd volgens het
aansluitschema, hoofdstuk 5.3. De klemmen komen overeen met
de kabelkleuren van de genoemde pompen. De BADU pompen
mogen alleen via de besturingskabel worden aangesloten. De
stekker met netkabel moet in een separaat stopcontact worden
gestoken. Bij de VS-pomp moeten de digitale ingangen worden
ingeschakeld: di = on.
3.5.6
Uitgang naar BADU Eco Drive II (frequentieomvormer)
De frequentieomvormer BADU Eco Drive II kan ook direct op de
BADU OmniTronic worden aangesloten. Hierbij wordt dezelfde
uitgangsklem gebruikt als bij de VS-pompen.
Bij de BADU Eco Drive rekening houden met het volgende:
•
Parameter 5-00 op [1] NPN instellen
•
Vrijgave en start moeten met contact 20 (com/0V) worden
verbonden
•
Frequentieomvormer spanningsloos maken
•
Frequentieomvormer opnieuw starten
Zie hoofdstuk 5.3.7 op bladzijde 38
04|2019
Beschrijving
NL 23