Nederlands (Vertaling van de originele instructies)
Motor stillegen:
Zie afbeelding 20.
Plaats de ontstekingsschakelaar in de stand "O" (UIT).
LIJNTRIMMER GEBRUIKEN
Zie afbeelding 11.
■ Houd het product vast met de rechterhand aan de
trekhendel en met de linkerhand op het linkerhandvat.
Houd met beide handen een stevige grip tijdens de
werking.
■ Het product moet in een comfortabele positie worden
gehouden, waarbij de gashendel zich op heuphoogte
bevindt.
■ Gebruik het product altijd aan volle snelheid. Lang
maaien aan beperkt vermogen zal ertoe leiden dat
smeermiddel uit de geluiddemper druppelt.
■ Maai lang gras van boven naar beneden om te
voorkomen dat het gras in de schachtbehuizing en de
maaikop verstrikt raakt, wat kan leiden tot schade als
gevolg van oververhitting.
■ Als er gras rond de draadkop verstrikt raakt, stopt u de
motor en verwijdert u het gras. Draag handschoenen
voor u het grasafval verwijdert.
SNOEITIPS
Zie afbeelding 12.
■ Duw de maaikop niet in het gras dat gemaaid moet
worden. Beweeg van links naar rechts. Ga aan het
einde van elke heen-en-weer beweging een stukje
voorwaarts.
■ Houd het product gekanteld in de richting van de
plaats die moet worden gemaaid.
■ Gebruik uw elektrisch apparaat niet op vochtige of
natte plaatsen en stel het niet bloot aan regen.
■ Gebruik de tip van de maailijn om te maaien; forceer
de maaikop niet in het ongemaaid gras.
■ Afrasteringen
en
omheiningen
voor bijkomende slijtage en zelfs breuk. Muren uit
natuursteen, baksteen, stoepranden en hout kunnen
de maailijn snel doen verslijten.
■ Vermijd bomen en struiken. Boomschors, houten
kaders, gevelbekleding en omheiningen kunnen door
de maailijn makkelijk worden beschadigd.
MAAILIJN VASTMAKEN
De draad kan worden aangevuld door de draadkop tegen
gras te tikken terwijl de motor volgas draait.
■ Laat de motor op vol vermogen draaien.
■ Tik de maailijnkop tegen de grond om de maailijn
vooruit te brengen. De lijn wordt vooruit geschoven
telkens u de kop op de grond tikt. Houd de knop niet
tegen de grond.
■ De draad moet afrollen totdat deze op lengte wordt
afgesneden door het draadsnijmesje dat zich op de
beschermkap van het maai-hulpstuk bevindt.
STRUIKRUIMER GEBRUIKEN
Zie afb. 13 - 14.
■ Om de kans op terugslag te helpen verkleinen: Het
product niet in het materiaal duwen dat gemaaid of
gezaagd moet worden. Beweeg in een constante
beweging van links naar rechts. Ga aan het begin
van elke nieuwe heen-en-weer-gaande beweging een
stukje voorwaarts.
■ Houd het product vast met de rechterhand aan de
trekhendel en met de linkerhand op het linkerhandvat.
Houd met beide handen een stevige grip tijdens de
werking.
■ Het product moet in een comfortabele positie worden
gehouden, waarbij de gashendel zich op heuphoogte
bevindt.
■ Behoud uw greep en evenwicht op beide voeten.
Plaats uzelf zo dat u het evenwicht niet verliest door
de terugslagreactie van het maaiblad.
■ Pas de draagriem aan tot een comfortabele positie.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u het maaiblad met
het product gebruikt. Terugslag is de reactie die zich kan
voordoen als een draaiend maaiblad in contact komt met
een voorwerp dat het niet kan snijden. Dit contact kan
ervoor zorgen dat de maaibladen een ogenblik stilvallen
en dan plots de machine weg van het geraakte voorwerp
"slingeren". Deze reactie kan krachtig genoeg zijn om
ervoor te zorgen dat de gebruiker de controle over de
machine verliest. Het maaiblad kan plots terugslaan
wanneer het vastraakt, stilvalt of verstrikt raakt. Dit kan
vaker gebeuren op plaatsen waar het moeilijk is om het
materiaal dat moet worden gemaaid te zien. Om makkelijk
kunnen
zorgen
en veilig te maaien, dient u het onkruid van rechts naar
links te maaien. Als u op een onverwacht voorwerp of
houterig materiaal stoot, kan dit de kans tot terugslag
verminderen.
TRI-ARC™ MAAIBLAD
Het Tri-Arc maaiblad is uitsluitend geschikt voor het
maaien van onkruid en klimplanten. Als het maaiblad
bot wordt, kan het worden omgekeerd voor een langere
levensduur. Slijp het Tri-Arc maaiblad niet.
ZAAGMES
Het zaagmes is geschikt voor het afzagen van vlezig
onkruid, klimplanten, struiken en kleine bomen. Versleten
101