A
l
g
e
m
e
n
e
v
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
v
o
o
A
l
g
e
m
e
n
e
v
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
v
o
o
• Schakel de machine uit en verwijder de bougiesteker bij:
− contact van het toestel met stenen, nagels of andere
vreemde voorwerpen
− reparatiewerkzaamheden
− onderhouds- en reinigings- werkzaamheden
− bij storingen
− Transport en opslag
− wissel van het snijwerktuig
− Verlaten van de machine (ook bij korte onder-brekingen)
• Onderhoudt het toestel met zorgvuldigheid:
− Volg de onderhoudsinstructies en de instructies voor de
werktuigwissel.
− Houdt de handgrepen door en vrij van hars, olie en vet.
• Monteer nooit metalen snijelementen.
Het gebruik van andere werktuigen en andere
toebehoren kan een verwondingsgevaar voor u betekenen.
• Onderzoek de machine op eventuele beschadigingen.
− Voor het verdere gebruik van de machine moeten alle
veiligheidsvoorzieningen gecontroleerd worden op de
juiste montage en het goed functioneren. Werk alleen
met alle veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze
aangebracht. Verander niets aan de machine wat de
veiligheid in gevaar kan brengen.
− Controleer of alle bewegende delen van de machine
goed functioneren en niet klemmen of beschadigd zijn.
Alle delen moeten juist gemonteerd zijn en goed
functioneren om de machine correct te laten werken.
− Beschadigde bescherminrichtingen en - delen moe-ten,
indien noodzakelijk, door een erkende reparatie-
werkplaats gerepareerd of verwisseld worden.
− Beschadigde of onleesbare veiligheidsstickers dienen te
worden vervangen.
• Laat geen sleutels steken!
Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en
instelgereedschappen verwijderd zijn.
• Bewaar ongebruikte toestellen op een droge, afgesloten
plaats buiten de reikwijdte van kinderen op.
G
G
e
e
d
d
r
r
a
a
g
g
i
i
n
n
g
g
e
e
v
v
a
a
l
l
v
v
a
a
n
n
n
n
o
o
o
o
d
d
Breng de in overeenstemming met de verwonding vereiste
EHBO-maatregelen op gang en verzoek zo snel als mogelijk
om gekwalificeerde medische hulp.
Bewaar de gewonde voor verdere schade en kalmeer hem.
r
s
c
h
r
i
f
t
e
n
r
s
c
h
r
i
f
t
e
n
V
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
i
n
s
t
r
u
c
t
i
e
s
-
V
e
i
l
i
g
h
e
i
d
s
i
n
s
t
r
u
c
t
i
e
s
-
V
e
i
l
i
g
e
o
m
g
a
n
g
m
e
t
b
r
a
n
V
e
i
l
i
g
e
o
m
g
a
n
g
m
e
t
b
r
a
n
Brandstoffen en brandstofdampen zijn brand-
gevaarlijk en kunnen bij het inademen en op de
huid ernstig letsel veroorzaken. Bij de omgang met
brandstof is daarom voorzichtigheid gebo-den en
moet er voor een goede ventilatie gezorgd worden.
Bij het tanken niet roken en open vuur vermijden.
•
Draag handschoenen bij het tanken.
•
Tank niet in gesloten ruimtes.
•
Schakel het toestel uit en laat het afkoelen.
•
Maak de tankdop voorzichtig open, zodat eventueel
•
aanwezige overdruk kan zakken.
Let erop dat u geen brandstof of olie morst. Reinig de
•
machine direct, als u brandstof of olie hebt gemorst. Trek
onmiddellijk andere kleren aan, als u brandstof of olie over
uw kleding gemorst hebt.
Let erop dat er geen brandstof in de grond terechtkomt.
•
Sluit de tankdop na het tanken weer zorgvuldig en let erop
•
dat de tankdop tijdens het gebruik van de machine niet
loskomt.
Controleer of het tankdeksel en de benzineleidingen dicht
•
zijn. Bij lekkages mag u het toestel niet in gebruik nemen.
Gebruik nooit een machine met beschadigde ontstekings-
•
kabel en bougiestekker! Gevaar voor vonkvorming!
Transporteer en bewaar brandstoffen alleen in hiervoor
•
toegestane en gemarkeerde reservoirs.
Houd kinderen uit de buurt van brandstoffen.
•
Transporteer en bewaar brandstoffen niet in de buurt van
•
brandbare of licht ontvlambare stoffen, vonken of open vuur.
Ga vóór het starten van het toestel minimaal drie meter bij de
•
tankplaats vandaan staan.
d
s
t
o
f
f
e
n
d
s
t
o
f
f
e
n
129