Assistentie in geval van nood
In reddingssituaties, kan een gebruiker van wie het
toestel is uitgerust met het Quick-Fill systeem, snel
worden geholpen.
In geval een persoon niet tijdig terug kan trekken en de
luchtvoorraad uitgeput raakt, kan een tweede persoon
met een volle fles hem helpen. Hiervoor is het slechts
nodig deze ademluchtfles, die is uitgerust met de
vulaansluiting Q, aan te sluiten op de vulslang van het
toestel dat wordt gedragen door de persoon die gered
moet worden.
Nadat de druk is vereffend, kan de verbinding worden
ontkoppeld. Wanneer flessen van gelijke grootte worden
gebruikt, heeft de persoon in elk geval een fles die half
vol is. Als de koppeling niet wordt verbroken, dan is de
hele luchtvoorraad van de nieuwe fles beschikbaar voor
de persoon die zich niet terug kan trekken.
Hulp is natuurlijk ook mogelijk zonder de extra fles als
beide toestellen zijn uitgerust met het Quick-Fill systeem
en wanneer een vulslang beschikbaar is.
4
Opslag
Alle onderdelen van het Quick-Fill systeem moeten
drukloos, droog, schoon en beschermd tegen direct
zonlicht worden opgeslagen.
5
Storingen
In geval van lage omgevingstemperaturen kunnen, als
gevolg van de expansie kou, in uitzonderlijke gevallen
lekken optreden bij de Quick-Fill koppeling bij het
loskoppelen. In dit geval kan het lek bij de koppeling
worden afgedicht met de beschermkap of door opnieuw
koppelen met de vulslang. Indien, als gevolg van de
tegendruk de benodigde kracht groot is, sluit dan kort
het flesventiel, druk de beschermkap er op of koppel de
vulslang en open het flesventiel weer.
Indien lekkages optreden bij kamertemperaturen of een
juiste werking wordt niet gegarandeerd door andere
redenen, dan moeten de componenten direct worden
vervangen door een geautoriseerd servicecentrum.
6
Veiligheidsadvies
• Het Quick-Fill systeem mag alleen worden gebruikt
door gekwalificeerd getraind personeel nadat deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig is doorgelezen.
• De gebruiker van het toestel, waarvan het waarschu-
wingssignaal reeds is geactiveerd, mag zijn lucht niet
weggeven. In een dergelijk geval zou de terugtrektijd
drastisch afnemen en zou hij zijn eigen leven in
gevaar brengen..
• De Quick-Fill koppelingen mogen niet worden ges-
meerd. Contact met olie, vet en andere chemicaliën
moet worden vermeden.
• Indien ontkoppeld, moeten de koppelingen altijd
afgesloten zijn door de speciale beschermkappen om
te voorkomen dat vreemde stoffen binnendringen.
• De Quick-Fill slangen en koppelingen zijn ontworpen
voor een snelle vulling van ademluchtflessen met
ademlucht conform EN 132. Let er op dat het toege-
stane oliegehalte (≈0,3 mg/m
niet wordt overschreven.
• Tijdens het Quick-Fill proces warmt de compressie
de lucht op. Wanneer deze afkoelt, is er sprake van
kleine verliezen in de hoeveelheid lucht, respectieve-
lijk in de gebruiksduur (in het meest ongunstige geval
10%).
• Indien een lek optreedt tijdens het vullen, moet het
vullen worden gestopt.
3
) en het vochtgehalte
7
Terugkomende tests
7.1
Hogedrukleidingen
van het Quick-Fill systeem
Volgens Duitse regelgeving (TRG 402, 9.90), moeten
flexibele slangen worden gecontroleerd op veilige wer-
king wanneer nodig, maar tenminste elke 12 maanden.
Dit moet worden gedaan door de producent of door een
expert van het vulcentrum. De tests omvatten het
volgende:
Visuele controle van de buitenkant en voorzover
mogelijk de binnenkant.
Druktest met 2-maal de hoogste bedrijfsdruk.
7.1.1
Visuele controle
In geval van beschadiging van de buitenzijde als gevolg
van warmte, chemicaliën, mechanische belasting of
anderszins, moeten componenten onmiddellijk worden
vervangen door een geautoriseerd service centrum.
7.1.2
Druktest
De druktest wordt uitgevoerd met water bij een druk van
600 bar. De testdruk moet gedurende tenminste 10
minuten worden aangehouden.
Na het uitvoeren van de test moet de slang worden
doorgeblazen met ademlucht en moet deze zorgvuldig
worden gedroogd.
Attentie:
Voor de druktest met water moeten de slangen
worden losgekoppeld van de koppelingen, resp.
reduceerventiel. Koppelingen en reduceerventielen
mogen in geen geval met water worden gevuld!
Demontage en montage van koppelingen en slangen
mag uitsluitend worden uitgevoerd door getrainde
instrumentonderhoudsspecialisten in overeenstem-
ming met de handleiding voor het basistoestel.
7.1.3
Testprotocol
De expert van een vulcentrum moet een protocol van de
tests vervaardigen.
Het protocol moet het volgende bevatten:
1. Datum van de test
2. Naam van de expert
3. Type en merk van de vulslang (b.v. serienummer van
het reduceerventiel en productiedatum van de
vulslang)
4. Testmiddel
5. Omschrijving van testmethode
6. Ontdekte gebreken en opmerkingen over het herstel
hiervan.
Het protocol moet worden bewaard.
7.2
Quick-Fill koppelingen en nippels
Tijdens deze tests, moeten de koppelingen en nippels
van het Quick-Fill systeem ook worden onderworpen
aan een werkings- en lekdichtheidstest. Deze tests
mogen uitsluitend worden uitgevoerd met lucht en een
werkdruk van 300 bar. Het wordt aanbevolen om een
lekdichtheidstest van het hele systeem uit te voeren
inclusief de slangen na het testen van de slangen bij 600
bar.
8
Bestelinformatie
Omschrijving
Ademluchttoestel, basistoestel 96-Q
Ademluchttoestel, basistoestel 96-S-Q
Ademluchttoestel, basistoestel 96-Z-Q
Ademluchttoestel, basistoestel 96-S-Z-Q
Vulslang Q (1m)
Vulaansluiting Q,
set met manometer en keerklep
Retrofit Set Quick-Fill
Onderdeelnr.
4075-705
4075-706
4075-707
4075-708
4075-929
4075-971
4075-997
11