Aantekeningen Systeembedrading
Fig. 1: Systeembedrading voor 3-aderige shuntdiodebarrières. ("Page 5")
Fig. 2: Systeembedrading voor 2-aderige shuntdiodebarrières. ("Page 6")
Fig. 3: Systeembedrading voor 3-aderige afschermende interface-eenheden. ("Page 7")
Fig. 4: Systeembedrading voor 2-aderige afschermende interface-eenheden. ("Page 8")
SA = Veiligheidszone.
HA = Gevarenzone.
SAA = Apparatuur voor de veiligheidszone.
CS1 = Voeding signaalaansluiting.
CS2 = Signaalaansluiting.
PS1 = Voeding PRT-aansluiting.
PS2 = PRT-aansluiting.
1.
De apparatuur voor de veiligheidszone is niet gespecificeerd, behalve dat het niet gevoed mag worden van, noch,
onder normale of abnormale omstandigheden, een bron van elektrisch vermogen met betrekking tot aarding mag
bevatten van meer dan 250Volt RMS of 250Volt DC.
2.
Voor gasgroepen IIC & IIB kan een meeraderige kabel gebruikt worden, op voorwaarde dat de kabel volgens de
volgende methode afgeschermd is:
(a) Alle aders zijn afzonderlijk afgeschermd.
(b) De aders zijn per paar/drie afgeschermd, als getoond.
(c) De aders zijn per paar en vier afgeschermd als getoond.
(d) De aders zijn per drie en vier afgeschermd, als getoond.
(e) De uitgangen van interface-eenheid 'X' of van barrières 'A' & 'B', kunnen individueel afgeschermd worden, of
samen met een algehele afscherming, als getoond.
3.
Het isolatiemateriaal tussen de schermen moet van voldoende kwaliteit zijn om een doorslag te kunnen weerstaan
als een voltage van 500VDC wordt toegepast..
Shuntdiode Veiligheidsbarrières
4.
In alle gevallen moeten de kabelschermen alleen bij de barrière geaard worden.
5.
Barrières in positie 'A', 'C' & 'D' kunnen bestaan uit elke combinatie van enkel- of dubbelkanaals Shunt-zenerdiode
veiligheidsbarrières met een ATEX-goedkeuring tot [EEx ia] IIC] waarvan de uitgangsparameters gelijk zijn aan of
minder dan:
In alle barrières moet de uitgangspanning door een weerstand 'R' beperkt worden, zodanig, dat Io=Uo/R.
6.
De elektrische circuits in de gevarenzones moeten gedurende een periode van 1 minuut, zonder doorslag, een AC
testvoltage van 500 Volt RMS naar de aarde of de massa van de apparatuur kunnen weerstaan.
Afschermende Interface-eenheden (Galvanische Afschermers)
7.
De interface-eenheid in positie 'X' is een pulssignaalafschermer, typisch MTL 5032 of P&F KFD2-CR-Ex1.30.300.
De interface-eenheid in positie 'Y' is een PRT-temperatuurconverter, typisch MTL 5073 of P&F KFD2-TR-Ex1. De
interfaces dienen een ATEX-goedkeuring tot [EEx ia] IIC te hebben.
8.
Aangezien de krachtvoedingen afgeschermd zijn, hoeft het elektrische circuit in de gevarenzone een AC
testvoltage van 500 Volt RMS gedurende een periode van 1 minuut zonder doorslag, naar de aarde of de massa
van de apparatuur niet te kunnen weerstaan.
9.
Typische resistorwaarden: R1= 2K, R2= 200R
Gelieve er rekening mee te houden dat de veiligheidsinstructies en certificaten in deze publicatie uit het Engels (Verenigd Koninkrijk) vertaald zijn.
Page 22
Barrière
Uo
Io
A
28V
93mA
B
28V
Diode
C
15V
50mA
D
15V
50mA
E
15V
50mA
Typische barrières: 'A'/ 'B' MTL787, 'C', 'D', 'E' MTL 764.
Po
Totaal A+B 0.65W
Totaal C+D+E 0.5W
30985018/SI