4 - Installatie/ Gebruik
4.0 Vereisten voor de installatie
de boiler uitsluitend gebruiken voor de toepassingen omschreven in deze handleiding.
Gebruik dit apparaat niet voor andere doeleinden. Quick® aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid
op zich voor directe of indirecte schade veroorzaakt door een oneigenlijk gebruik van het apparaat.
4.1 Installatie
A - Breng de bandjes aan op de tank (1).
B - Bevestig de boiler op een vlakte, aan de wand of op een schuin vlak zoals weergegeven in fi guur 1 met
gebruik van steunstukken geschikt voor het gewicht van de boiler en voor het beschikbare type vlak.
OPGELET: het gewicht van de boiler aangegeven in de technische eigenschappen betreft het lege
apparaat. Voor het gewicht met volle lading voeg aan het gewicht van de boiler het gewicht van de
bevatte water massa toe (1 liter water stemt ongeveer overeen met 1 kg / 2.2 lb).
C - Voer de hydraulische aansluitingen uit voor de ingang en de uitgang van het sanitair water en voor het koe-
lcircuit van de warmtewisselaar motor (voor de modellen daarvan voorzien) zoals in fi guur 2.
Houdt de aansluiting tussen motor koeling circuit en de warmtewisselaar van de boiler zo kort mogelijk.
OPGELET: de afvoerbuis voor de overdruk moet op een vorstvrije plek blijvend naar beneden han-
gen.
OPGELET: het water kan uit de afvoerslang van het overdrukmechanisme druppelen en deze slang
moet open aan de lucht gehouden worden.
OPGELET: maak, in het geval dat u verbindingsstukken monteert, gebruik van Loctite 243, 577 of Tefl
on. Controleer dat er geen sprake van waterlekkage is.
4.2 Gebruik
OPGELET: volg de instructies van de motor fabrikant op voor de opname van de koelvloeistof die
naar de boiler gezonden moet worden.
• Pas de uitvoer buis toe op de klep en bevestig met het bandje. Plaats het zodanig dat als er eventueel water
lekkage is andere voorwerpen niet beschadigd worden.
• Open de warm water kranen van de wastafels en start de autoclaaf. Op deze manier komt de lucht aanwezig
binnen de boiler en de buizen naar buiten. Sluit de kranen zodra alleen water uitstroomt.
• Controleer dat er geen lekkages zijn bij de verbindingsstukken.
4.2.0 ELEKTRISCHE VOEDING VAN HET APPARAAT (op de modellen waar voorzien)
Het apparaat is al voorzien van een voedingskabel voor het wisselstroom net. Voor de aansluitingen op het
wisselstroom net zie fi guur 3. Voordat u de boiler voedt verzekert u zich ervan da de werkingsspanning overe-
enstemt met de spanning geleverd door het wisselstroom net.
In de elektrische installatie moet een tweepolig schakelaar geïnstalleerd zijn voor het aan en uitschakelen van
het apparaat en een zekering geschikt voor de absorptie. De isolering tussen de contacten van de aansluitin-
gen op het wisselstroom net moet minstens 3 mm zijn. De aansluitingen op het wisselstroom net moeten
verwezenlijkt worden volgens de nationale normen omtrent de elektrische installaties.
alvorens de aansluiting uit te voeren verzekert u zich ervan dat er geen voeding aanwezig is
op de kabels. zet de elektrische weerstand nooit aan als de boiler niet vol is met water, want het
verwarmingselement zou onherstelbaar beschadigd kunnen raken.
48
BX BOILER HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK - REV007A
BX
NL