4. Instellen van het apparaat
Opmerking: Klap voor een overzicht van
de afzonderlijke stappen de pagina's ΙΙΙ en
VΙΙΙ uit!
4.1 Het aansluiten van het
apparaat, functiecontrole
Het apparaat wordt geleverd met de vol-
gende onderdelen:
basisapparaat, bevestigingsbeugel voor de
voetplaat (11), voetplaat (7), afstandsbedie-
ning (22), patiëntenchipkaart (geldt uitslui-
tend voor ARTROMOT-SP3 met chipkaart),
apparaataansluitkabel (zonder afbeelding),
gebruiksaanwijzing.
1. Zet het apparaat in elkaar en sluit de
betreffende kabels aan, waarbij u de
instructies voor het transport onder 6.3
in omgekeerde volgorde volgt.
2. Schakel het apparaat aan door middel
van de aan/uit-schakelaar (16).
Voorzichtig!
m
Beschadigingen aan het apparaat –
Let erop dat u de bewegingsbeugel dor-
saalflexie/plantairflexie (15) altijd licht
omhoog trekt en vrij van gewicht maakt,
voor u de blokkeerpen voor de hoog-
teverstelling indrukt of de klemhendel
voor het instellen van de hellingshoek
(5) losmaakt.
3. Draai de vergrendeling (19) los. Maak
hiervoor eerst de slede vrij van gewicht,
waarbij u de bewegingsbeugel dorsaal-
flexie/plantairflexie (15) licht omhoog
trekt en daarna de twee zwarte pennen
van de vergrendeling gelijktijdig indrukt
(Afbeelding A).
4. Stel de slede in op ca. 60° en laat in deze
instelling de pennen van de vergrendeling
weer los. Let erop dat de veiligheidspen-
nen in de gaatjes (20) vallen.
5. Pak de bewegingsbeugel dorsaalflexie/
plantairflexie (15) weer vast en maak nu
de klemhendel voor het instellen van
de hellingshoek (5) los. Laat daarna de
bewegingsbeugel dorsaalflexie/plantair-
flexie (15) zakken tot er een hoek van
ongeveer 45° met het onderstel bereikt
wordt. Sluit de klemhendel om de slede in
deze positie vast te maken (Afbeelding B).
6. Breng de slede nu als volgt in zijn
uitgangspositie:
ARTROMOT®-SP3 zonder
patiëntenchipkaart
Druk twee keer op de knop MENU op de af-
standsbediening, tot u programmeerniveau
2 bereikt (iedere keer wanneer u op de knop
drukt, gaat u naar een volgend niveau).
Druk op de parameterknop 'Nieuwe patiënt'
en activeer deze functie (haakje in
de cirkel naast de functie).
Druk op de knop START. De uitgangspositie
wordt automatisch aangenomen.
ARTROMOT®-SP3 met
patiëntenchipkaart
– Eerste instelling bij een nieuwe patiënt
Schuif de originele patiëntenchipkaart (21)
in de programmeringsunit (22).
Druk drie keer op de knop MENU op de
afstandsbediening, tot u programmeer-
niveau 3 bereikt (iedere keer wanneer u
op de knop drukt, gaat u naar een volgend
niveau).
Druk op de parameterknop "Nieuwe pa-
tiënt"
(haakje in de cirkel naast de functie
Druk op de knop START. De uitgangspo-
sitie wordt automatisch aangenomen.
– Instelling met een al geprogrammeerde
chipkaart
Schuif de originele patiëntenchipkaart (21)
in de afstandsbediening (22).
Druk op de knop START.
De uitgangspositie wordt automatisch
aangenomen.
202
en activeer deze functie