Om een goed resultaat te bekomen bij het
vellen van kleine bomen, is het noodzakelijk
e snijden met een snelle beweging naar
de tak of de stam die men wilt snijden en
met de motor op het hoogste toerental.
Gebruik best de rechterzone van het mes
niet, omdat dit een hoog risico inhoudt
voor terugslag of stilvallen van het mes,
te wijten aan de draairichting (Afb. 19).
6.4.2 Afstelling van de lengte van de draad
van de draadhouder tijdens het werk
Deze machine is uitgerust met een draadhouder
met semi-automatische vrijgave van de draad.
De lengte van de draad van de
draadhouder moet afgesteld worden:
– wanneer de draad verslijt en korter wordt;
– wanneer men voelt dat de rotatie van
de motor groter is dan normaal;
– wanneer de werkzaamheid van
het maaien vermindert.
Om nieuwe draad vrij te geven:
• de draadhouder tegen de grond kloppen
(Afb. 20) met de versnellingshendel
helemaal ingedrukt;
• de draad wordt automatisch vrijgegeven
en de draadhouder (Afb. 26.A) snijdt
de niet benodigde lengte af.
6.5 SUGGESTIES VOOR HET GEBRUIK
Men raadt aan, tijdens het gebruik het gras
dat zich rond de machine wikkelt, regelmatig
te verwijderen, om de oververhitting van de
motor te vermijden (Afb. 1.A), die te wijten zou
zijn aan het gras dat onder de beveiliging van
de snij-inrichting verklemd geraakt (Afb. 1.E).
Ga als volgt te werk:
– de machine stopzetten (par. 6.6);
– haal de kap van de bougie (hfdst. 8.3);
– stevige werkhandschoenen dragen;
– het gras verwijderen met een
schroevendraaier, om ervoor te zorgen
dat de motor correct afgekoeld wordt.
OPMERKING Gedurende de eerste 6-8
werkuren van de machine, wordt vermeden
de hoogste toerentallen te gebruiken.
6.6 STOPPEN
Om de machine te stoppen:
• laat de versnellingshendel los (Afb. 12.B) en
laat de motor gedurende enkele seconden
aan het minimumtoerental draaien;
• breng de schakelaar (Afb. 12.A)
naar stand «O»;
• wachten tot de snij-inrichting stilvalt.
Nadat de versnelling in de
minimumstand gezet werd, moet enkele
seconden gewacht worden vooraleer
de snij-inrichting tot stilstand komt.
BELANGRIJK Zet de machine altijd stil
tijdens de verplaatsing tussen de werkzones.
De motor kan onmiddellijk na
het uitschakelen zeer warm zijn. Niet
aanraken. Gevaar op brandwonden.
6.7 NA HET GEBRUIK
• Plaats de mesbescherming wanneer
de snij-inrichting stil staat.
• Laat de motor eerst afkoelen vóór de machine
in elke willekeurige ruimte op te bergen.
• Reinig de machine (par. 7.4).
• Controleer of er geen onderdelen los
of beschadigd zijn. Vervang, indien
nodig, de beschadigde delen en draai
losgekomen schroeven en bouten aan.
BELANGRIJK Stop de machine
(par. 6.6) en monteer de bladbescherming
elke keer wanneer de machine ongebruikt
of onbewaakt achtergelaten wordt.
7. GEWOON ONDERHOUD
7.1 ALGEMEEN
BELANGRIJK De in acht te nemen
veiligheidsnormen zijn beschreven in
hfdst. 2. Neem deze aanwijzingen strikt in acht
om geen ernstige risico's of gevaren te lopen.
Vooraleer eender welke ingreep
voor onderhoud aan te vangen
• stop de machine;
• maak de kap van de bougie los (hfdst. 8.3);
• breng de mesbescherming aan wanneer
de snij-inrichting stil staat (tenzij aan
het mes zelf gewerkt moet worden);
• laat de motor eerst afkoelen vóór
de machine in elke willekeurige
ruimte op te bergen.
NL - 13