6 - Controles bij het niet-functioneren of bij
anomalieën
Als het apparaat niet functioneert, kunt u zelf de volgende controles uitvoeren,
waarbij u nagaat dat :
Anomalieën
Het apparaat werkt niet meer
(het lampje is uit).
De programmering van het
tijdstip van geforceerd
functioneren is verdwenen.
Het apparaat stelt zich in de
veiligheidsmode (het lampje
knippert groen/rood).
Het apparaat stelt zich in de
veiligheidsmode en sluit af,
onmogelijk om het weer te starten.
7 - Klantenservice
Als het niet juist functioneren voortduurt, en zich regelmatig incidenten voortdoen
(lekken, elektrische storingen...) of u reserveonderdelen nodig heeft, neem dan contact
op met uw installateur of verkoper.
Voordat u dat doet, om een goed begrip en een snelle behandeling van het probleem
mogelijk te maken, verzeker u zich ervan dat u goed heeft genoteerd :
- De elementen die op het etiket van het apparaat staan,
- De commerciële referentie die op uw aankoopfactuur staat en een datum.
1° Controleer de elektriciteitsaansluiting.
2° Controleer of de positie van de knop op de thermostaat(1) goed in de positie
verwarmen staat.
Een stroomstoring annuleert de programmering, deze moet opnieuw worden
geprogrammeerd volgens het hoofdstuk 3.
1° Controleer dat het apparaat water bevat.
2° schakel de regeleenheid los van het elektriciteitsnet en daarna weer aan, om
een nieuwe initialisatie van de regeleenheid te verzorgen.
(als het probleem blijft bestaan na deze handeling, raadpleeg dan de
onderstaande instructies).
Neem contact op met de klantenservice.
Nederlands
Controle
39