2.4. Opzetten
• Doe de riem om en stel de lengte bij.
• Plaats het regelventiel op de riem dusdanig dat u er makkelijk
bij kunt voor de fijnafstelling van de luchtstroming en dat u de
ademhalingsluchtslang steeds onder opzicht hebt; hij mag
m.a.w. niet achter op uw rug zitten.
• Monteer een geschikt reservefilter of de in de levering inbegre-
pen deksel in de filterbevestiging. Fig. 1.
• Stel nu de riemen van het gezichtsmasker af, zodat het masker
stevig en comfortabel zit. Zie fig. 5.
Test de afdichting met het ronde teststuk. Plaats het teststuk
in de meegeleverde voorfilterhouder en monteer het geheel
op het filter. Haal diep adem en hou uw adem in. Als het
gezichtsmasker goed afgedicht is, zal hij tegen uw gezicht
gedrukt worden. Is het masker niet goed dicht, dan dient u de
oorzaak te zoeken in baardgroei, ongeschoren zijn, een sterk
gegroefd gezicht of een afwijkende gezichtsafmeting.
N.B.: Het teststuk is alleen bedoeld voor het testen van
de afdichting en dient na afloop van de test te worden
verwijderd!
• Als een deksel gebruikt wordt, kan men de afdichting testen
met gemonteerd deksel.
• Sluit de ademhalingsslang van het masker aan op de uitgang
van de regelklep. Zie fig. 3.
• Rol de persluchtslang uit en zorg ervoor dat hij niet in kronkels ligt.
• Sluit de persluchtslang aan op de ingang van de regelklep. Fig. 4.
• Het masker krijgt nu lucht en kan worden opgezet.
• Stel de luchtstroming met de knop op de regelklep af op de
actuele werkbelasting (fig. 3). De stroming is in geheel gesloten
stand (tegen de klok in draaien) ca.. 150 l/min. en in geheel
geopende stand (met de klok mee draaien) ca. 320 l/min.
• De meegeleverde bevestigingsklem op de ademhalingsslang
is goed geschikt om de slang aan de kleding vast te zetten.
Zie fig. 1:21.
2.4.1 Filterkeuze
Zie de gebruiksaanwijzing die bij het filter wordt geleverd.
2.5 Afzetten
1. Bij gebruik van back-up-filter
• Verwijder eventueel het deksel.
• Maak de persluchtslang los van de regelklep. Zie onder.
• Verlaat het verontreinigde gebied en zet het masker af.
2. Bij gebruik van deksel
• Verlaat het verontreinigde gebied en neem daarna het masker
af. Zie onder voor het losmaken van de slangen.
Losmaken van de slangen
Beide slangkoppelingen zijn veiligheidskoppelingen en de slangen
dienen in twee stappen te worden losgemaakt. Fig. 6.
• Schuif de koppeling naar de nippel toe.
• Trek de sluitring achteruit.
Na gebruik moet het product worden gereinigd en gecontroleerd.
Se 4.1.
2.6 Waarschuwingen/beperkingen
Waarschuwingen
In het algemeen geldt dat men altijd de gelegenheid moet hebben
om zich zonder gevaar in veiligheid te brengen voor het geval dat
de luchttoevoer ophoudt of dat de uitrusting om andere redenen
moet wordt afgezet.
Het product mag niet worden gebruikt
• Indien de omgevingslucht niet het normale zuurstofgehalte
heeft.
46
• Indien de verontreinigingen onbekend zijn.
• In omgevingen die direct levensgevaarlijk zijn of anderszins de
gezondheid bedreigen (IDLH).
• Met zuurstofapparatuur of met lucht die verrijkt is met zuurstof.
• Indien de lucht als moeilijk inadembaar ervaren wordt.
• Als u de geur of smaak van verontreinigingen verneemt.
• Indien u duizeligheid, misselijkheid of andere onlustgevoelens
ondervindt.
• Indien het waarschuwingsfluitje in werking treedt, wat aangeeft
dat de luchttoevoer lager is dan dan aanbevolen.
Beperkingen
• Als u een baard of bakkebaarden draagt, kunt u er niet van
uitgaan dat het masker goed dicht is.
• Personen die in een explosieve of brandgevaarlijke omgeving
werken, moeten de plaatselijke voorschriften in acht nemen,
die op zulke omstandigheden van toepassing kunnen zijn.
• Wanneer de werkdruk zeer hoog is, kan er tijdens de inade-
mingsfase een onderdruk in het product ontstaan, met het
risico dat lucht binnenlekt.
• Het gebruik van het product samen met spiraalslang SR
360 dient beperkt te blijven tot situaties waarin het risico van
beschadiging van de slang gering is en waarin de beweeglijk-
heid van de gebruiker beperkt kan worden.
• Het persluchtsysteem dient in overeenstemming met de toe-
passelijke voorschriften te zijn uitgerust met een veiligheids-
voorziening, bijv. een veiligheidsklep.
• Een risicobeoordeling dient plaats te vinden ter preventie van
mogelijke gevaarlijke aansluitingen op de werkplek, bijv. stikstof.
• De SR 90 AL is niet goedgekeurd voor gebruik met een mobiel
persluchtsysteem.
3. Technische gegevens
Werkdruk
4–7 bar (400–700 kPa) gemeten bij de aansluiting voor de regelklep.
Luchtstroming
150 l/min. tot 320 l/min., gemeten in het masker.
De door de fabrikant voorgeschreven laagste luchtstroming is
150 l/min.
Materialen
• De plastic onderdelen zijn voorzien van een materiaalcode en
een recylingsymbool.
• De kern van het masker en membranen zijn vervaardigd van
siliconenrubber.
Opslagtijd
De maximale opslagtijd van het product is 5 jaar vanaf de datum
van productie.
Persluchtslang
De volgende slangen zijn officieel goedgekeurd voor gebruik met
persluchtproducten van Sundström.
• SR 358. 9,5/15 mm-kunststofslang, vervaardigd van pvc-
versterkt polyester. Resistent aan de aardolie en de chemische
producten. 5–30 m.
• SR 359. 9,5/18 mm-rubberslang vervaardigd van EPDM/
polyester. Antistatisch en warmtebestendig. 5–30 m. Lucht-
verwarmer SR 99H van Sundström moet altijd worden gebruikt
met SR 359.
• SR 360. 8/12 mm-spiraalslang vervaardigd van polyurethaan.
2, 4, 6 en 8 m.