4.1
SLUIT DE WATERTOEVOER AAN
OP HET GEREEDSCHAP
Gebruik voor een eenvoudige bediening een zelfoprollende
tuinslang (niet meegeleverd).
WAARSCHUWING
Wanneer u de zelfoprollende slang gebruikt, moet u ervoor
zorgen dat de slang niet wordt geblokkeerd.
WAARSCHUWING
•
De watertoevoer moet afkomstig zijn van een
waterleiding
•
Gebruik geen warm water
•
Gebruik geen water uit vijvers of meren
WAARSCHUWING
Volg de plaatselijke voorschriften op wanneer u de
tuinslang op de watertoevoer aansluit. Directe verbinding
via een ontvangertank of terugstroombeveiliger is meestal
toegestaan.
LET OP!
Inspecteer het filter in de waterinlaat aansluiting voordat u
de tuinslang aansluit
•
Als de filter is beschadigd, mag u het gereedschap niet
gebruiken totdat de filter is vervangen.
•
Als de filter vuil is, moet u de filter reinigen.
Afbeelding 6.
1. De tuinslang afrollen.
2. Laat het water 30 seconden lang door de tuinslang
stromen.
3. Schakel de watertoevoer uit.
4. Installeer en draai het uiteinde van de tuinslang vast aan
de waterinlaat aansluiting.
LET OP!
Er moet minstens 3 m vrije slang zijn tussen de waterinlaat
en de watertoevoer.
4.2
GEBRUIK VAN HET PISTOOL
Afbeelding 2.
WAARSCHUWING
Voor een veilige bediening dient u uw handen altijd op het
pistool te houden.
•
Trek aan de schakelaar en houd deze ingetrokken om het
gereedschap te starten.
•
Laat de schakelaar van het pistool los om de waterstroom
door het mondstuk te onderbreken.
Nederlands
4.2.1
ONTGRENDEL DE SCHAKELAAR VAN
HET PISTOOL
•
Druk de schakelaar-veiligheidsknop naar achteren.
4.2.2
VERGRENDEL DE SCHAKELAAR VAN
HET PISTOOL
•
Druk de schakelaar-veiligheidsknop naar voren.
4.3
INSTALLEER HET MONDSTUK
Afbeelding 7.
Voordat u het mondstuk verwisselt:
1. Trek aan de schakelaar van het pistool om de waterdruk
te laten ontsnappen.
2. Vergrendel de schakelaar-veiligheidsknop op het
pistool.
3. Stop het gereedschap.
Richt de sproeilans niet op uw gezicht of het gezicht van
anderen.
1. Druk de vergrendelknop op de sproeilans en houd hem
ingedrukt.
2. Lijn de pen op het mondstuk uit met het gat op de
sproeilans.
3. Monteer het mondstuk op de sproeilans.
4. Draai het mondstuk om het sproeipatroon aan te passen.
4.4
INSTALLEER DE
REINIGINGSMIDDELTANK
Afbeelding 8.
Gebruik geen huishoudelijke reinigingsmiddelen, zuren,
basen, bleekmiddelen, oplosmiddelen, ontvlambaar
materiaal of industriële oplossingen die de pomp kunnen
beschadigen.
Volg de instructies op de fles van het middel om het
reinigingsmiddel voor te bereiden.
Gebruik indien nodig een trechter om morsen van het
reinigingsmiddel te voorkomen. Reinig en droog het
gemorste reinigingsmiddel na het vullen.
1. Doe het reinigingsmiddel in de reinigingsmiddeltank.
2. Druk de vergrendelknop op de sproeilans en houd hem
ingedrukt.
47
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
OPMERKING
NL