Het ingevulde label moet in de buurt van de vulpoort van het product
worden aangebracht (bijv. op de binnenkant van het servicedeksel).
6
5
(2)
In het geval van een systeem met meerdere buitenunits moet
slechts 1 label worden aangebracht, met daarop de totale in de
fabriek gevulde hoeveelheid koelmiddel van alle buitenunits die op
het koelmiddelsysteem zijn aangesloten.
11.2. Voorzorgsmaatregelen bij het vullen met R410A
Vul de voorgeschreven hoeveelheid koelmiddel in vloeibare toestand
bij in de vloeistofleiding.
Aangezien dit koelmiddel een gemengd koelmiddel is, kan de
samenstelling van het koelmiddel veranderen en de normale werking
onmogelijk worden wanneer u koelmiddel in gasvorm bijvult.
Controleer vóór het vullen of de koelmiddelfles voorzien is van
een hevelbuis.
Vul vloeibaar koelmiddel
bij met de fles rechtop.
Gebruik gereedschap dat alleen voor R410A wordt gebruikt voor
de vereiste drukweerstand en om te voorkomen dat vreemde
materialen in het systeem worden ingebracht.
Wanneer u vult met een ongeschikte stof kan dit een
explosie of een ongeluk veroorzaken. Zorg er dus altijd
voor dat met het juiste koelmiddel (R410A) wordt gevuld.
Koelmiddelvaten moeten langzaam worden geopend.
11.3. Bedieningsprocedure afsluiter
Afmetingen van afsluiters
In de onderstaande tabel vindt u de afmetingen van de afsluiters die
op het systeem zijn aangesloten.
Type afsluiter
8 pk
Vloeistofleiding
Aanzuiggasleiding
Hogedruk-/
lagedrukgasleiding
Vereffeningsleiding
(a) Het 12 pk-model biedt ondersteuning voor lokale leidingen met Ø12,7 via de bij
de unit geleverde accessoireleiding.
(b) De 8 en 10 pk-modellen bieden ondersteuning voor lokale leidingen met Ø22,2
via de bij de unit geleverde accessoireleiding.
De 12~16 pk-modellen bieden ondersteuning voor lokale leidingen met Ø28,6 via
de bij de unit geleverde accessoireleiding.
(c) De 14 en 16 pk-modellen bieden ondersteuning voor lokale leidingen met Ø22,2
via de bij de unit geleverde accessoireleiding.
U-8~16ME4XPQM
Urban Multi airconditioner
4PW40728-1
1
hoeveelheid koelmiddel
4
van het product gevuld in
de fabriek:
1
zie naamplaatje van de
(2)
unit
2
2
lokaal bijgevulde extra
hoeveelheid koelmiddel
3
totale hoeveelheid
3
koelmiddel
4
Bevat gefluoreerde
broeikasgassen die
onder het Kyoto-protocol
vallen
5
buitenunit
6
koelmiddelfles en
verdeelstuk voor vullen
Vul vloeibaar koelmiddel
bij met de fles
ondersteboven.
10 pk
12 pk
14 pk
16 pk
(a)
Ø9,5
Ø12,7
(b)
Ø25,4
(c)
Ø19,1
Ø19,1
Open de afsluiter niet tot alle stappen voor de
leidingen en elektriciteit van "10. Controle van de unit
en voorwaarden voor installatie" op pagina 16 voltooid
zijn. Als de afsluiter open blijft zonder de voeding in te
schakelen, kan er zich in de compressor koelmiddel
ophopen, waardoor de isolatie beschadigd wordt.
Gebruik altijd een vulslang voor aansluiting op de
servicepoort.
Controleer na het vastdraaien van het deksel op
koelgaslekkage.
Afsluiter openen (Zie afbeelding 13)
1
Servicepoort
2
Deksel
3
Zeskantgat
4
Schacht
5
Afdichting
1.
Verwijder het deksel en draai de afsluiter tegen de klok in met
een zeskantsleutel.
2.
Draai door tot de schacht stopt.
Oefen geen overmatige kracht uit op de afsluiter.
Anders kan de afsluiter afbreken.
3.
Draai het deksel zorgvuldig vast. Zie de onderstaande tabel.
Aanhaalkoppel N•m (Draai met de klok mee om te sluiten)
Schacht
Afmeting afsluiter
Klephuis
Zeskantsleutel
Ø9,5
5,4~6,6
Ø12,7
8,1~9,9
Ø22,2
27,0~33,0
Ø25,4
Afsluiter sluiten (Zie afbeelding 13)
1.
Verwijder het deksel en draai de afsluiter met de klok mee met
een zeskantsleutel.
2.
Draai de afsluiter goed vast tot de schacht de hoofdafdichting
van het huis raakt.
3.
Draai het deksel zorgvuldig vast.
Zie de bovenstaande tabel voor het aanhaalkoppel.
11.4. Controle van het aantal aangesloten units
U kunt controleren hoeveel binnenunits actief en aangesloten zijn
door middel van de drukschakelaar op de printplaat (A1P) van de
werkende buitenunit. In een systeem met meerdere buitenunits kunt
u op dezelfde manier controleren hoeveel buitenunits op het systeem
zijn aangesloten.
Zorg ervoor dat alle binnenunits die op de buitenunit zijn aangesloten
actief zijn.
Volg de hieronder beschreven procedure met 5 stappen.
De led's op de A1P geven de bedrijfsstatus van de buitenunit en
het aantal actieve binnenunits aan.
x
w
UIT
Het aantal actieve units kan worden afgelezen op het led-display
in de procedure van "Bewakingsstand" hierna.
Voorbeeld: in de volgende procedure zijn 22 units actief:
LET OP
Druk op om het even welk ogenblik tijdens deze
procedure op de
onduidelijk wordt.
U keert dan terug naar de instelstand 1
x
(H1P=
"UIT").
Deksel
(afsluiter-
deksel)
Servicepoort
13,5~16,5
4 mm
18,0~22,0
11,5~13,9
8 mm
22,5~27,5
c
AAN
Knippert
-knop wanneer iets
BS1 MODE
Montagehandleiding
17