REC400
• Reparaties aan dit toestel mogen uitsluitend door vakmonteurs uitge-
voerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren
ontstaan.
• Personen (ook kinderen) die door hun fysieke, zintuiglijke of geeste-
lijke vermogens of hun onervarenheid of onwetendheid niet in staat
zijn om het toestel veilig te gebruiken, mogen dit niet zonder toezicht
of instructie door een verantwoordelijk persoon doen.
• Elektrische toestellen zijn geen speelgoed!
Bewaar en gebruik het toestel buiten het bereik van kinderen.
• Er moet toezicht worden gehouden op kinderen, zodat ze niet met
het toestel gaan spelen.
A
LET OP!
• Vergelijk voor de ingebruikneming de spanning op het typeplaatje
met de aanwezige energievoorziening.
• In verband met kortsluitingsgevaar moet voor werkzaamheden aan
het elektrisch systeem van het voertuig altijd de minpool worden
losgekoppeld.
Bij voertuigen met een extra accu moet ook daar de minpool worden
losgekoppeld.
Neem daarom de volgende instructies in acht:
• Gebruik bij werkzaamheden aan de volgende leidingen alleen geïsoleerde
kabelschoenen, stekkers en vlaksteker-kabelschoenen:
– 30 (ingang van accu plus direct)
– 15 (geschakelde plus, achter accu)
– 31 (retourleiding vanaf accu, massa)
– L (richtingaanwijzers links),
– R (knipperlichten rechts)
Gebruik geen kroonsteentjes.
• Gebruik een krimptang voor het verbinden van de kabels.
• Schroef de kabel bij aansluitingen aan leiding 31 (massa)
– met kabelschoen en getande ring aan een massaschroef van het voertuig of
– met kabelschoen en plaatschroef aan de carrosserieplaat.
Let op een goede massaverbinding!
NL
Veiligheidsinstructies
141