De hogere waarde is de waarde die de evaluatie beoordeelt.
Bijvoorbeeld: een uitgelezen waarde tussen 150/85 of 120/
98 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
Een index van 140/90 wordt weergegeven naast de verkeerslicht
indicator AP. Uw bloeddruk is te hoog indien de verkeerlicht indi-
cator deze index bereikt of overschrijdt.
2. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen.
Het batterijcompartiment 5 bevindt zich aan de onderzijde van
het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij
op de aangegeven polariteit.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
Manchetgrootte
voor omtrek van de bovenarm
S
17 - 22 cm
M
22 - 32 cm
M - L
22 - 42 cm
L
32 - 42 cm
L - XL
32 - 52 cm
Voorgevormde manchetten zijn optioneel verkrijgbaar.
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 6 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 7 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
3. Bloeddruk meten
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de
benen over elkaar.
3. Meet altijd op dezelfde arm (normaal links).
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
52
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 1-2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
De artery mark op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op
de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AM op het scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische 9 en de diastolische AT
bloeddruk en de hartslagfrequentie AK wordt weergegeven.
Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige
weergaven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.
12.Schakel het apparaat uit. (De monitor gaat automatisch uit na
ongeveer. 1 min.).
U kunt de meting op elk gewenst moment beëindigen door
op de AAN/UIT knop te drukken (bijv. wanneer u een onge-
makkelijke of een onplezierige druk voelt).
4. Uiterlijk van het symbool voor onregelmatige hart-
slag (IHB)
Dit symboo AL geeft aan dat er een onregelmatige hartslag is
gedetecteerd. In dit geval kan de gemeten bloeddruk afwijken van
uw werkelijke bloeddrukwaarden. Het wordt aanbevolen om de
meting te herhalen.
Informatie voor de arts in geval van het herhaaldelijk
verschijnen van het IHB-symbool
Dit apparaat is een oscillometrische bloeddrukmeter die ook de
pols meet tijdens bloeddrukmeting en aangeeft wanneer de hart-
slag onregelmatig is.