van de zenders te vergroten. Bovendien is het hiermee
mogelijk "wireless" met de programmeereenheid O-Box te
communiceren.
3 – INSTALLEREN VAN HET PRODUCT
• Voor de modellen met insteekconnector "SM"
Deze modellen worden op de besturingseenheid aangesloten
door de connector daarvan te steken in de speciale connector
op de besturingseenheid (afb. 1). Let op! – Voordat u de
ontvanger aanbrengt of verwijdert, dient u de stroomtoe-
voer naar de besturingseenheid te onderbreken.
Bovendien moet u ook de meegeleverde antenne installeren;
dit doet u door deze op de daarvoor bestemde klemmetjes op
de besturingseenheid aan te sluiten.
• Voor de modellen met een universele aan-
sluiting
––– Keuze van stroomvoorziening –––
Deze modellen worden op de besturingseenheid aangesloten
via een kabel met daarin 6 draden. Voordat u deze kabel gaat
aansluiten, kiest u welke soort stroomvoorziening u wenst
door het elektrische bruggetje (afb. 2-a) te laten zitten of te
verwijderen; u doet dit als volgt:
– Bruggetje NIET aangebracht = 24 V ac/dc
(spanningsgrenzen: 18 ÷ 28 V)
– Bruggetje AANGEBRACHT = 12 V ac/dc
(spanningsgrenzen: 10 ÷ 18 V)
2
1
a
NL
3