1
1
Laseruitlaat
2
Schuifschakelaar
a AAN
b Neigingsmodus
c UIT / Transportbeveiliging
3
Batterijvakje (onderzijde)
Horizontaal en verticaal nivelleren
2
Deactiveer de transportbeveiliging en zet de schuifschakelaar (2) op 'ON'. Het laserkruis, de loodlaser
en de referentiestraal verschijnen. Met behulp van de keuzetoets kunnen de lasers afzonderlijk worden
geschakeld.
LASER
LASER
Voor de horizontale en verticale nivellering moet de transportbeveiliging gedeactiveerd zijn.
!
Zodra het apparaat zich buiten het automatische nivelleerbereik van 3° bevindt, knipperen de
ingeschakelde lasers. Positioneer het apparaat zodanig dat het zich binnen het nivelleerbereik
bevindt. De ingeschakelde lasers branden constant.
14
NL
a b c
3
4
5
10
4
5/8"-schroefdraad
(onderzijde)
5
1/4"-schroefdraad
(onderzijde)
6
Handontvangermodus
7
LED Handontvangermodus
LASER
LASER
11
7
6
2
Schakel vóór het transport
!
altijd alle lasers uit, zet
de pendel vast en de
schuifschakelaar op 'OFF'!
8
LED-bedrijfsindicator
9
Keuzetoets laserlijnen
10
Laseruitlaat loodlaser
11
Laseruitlaat
referentiestraal
8
9