Om de Regenmeter in te stellen:
1. Verwijder de schroeven en schuif de klep naar
boven.
2. Plaats de batterijen (2 x UM-3 / AA), zodat de
polariteit (+ / - ) klopt. Druk altijd op RESET nadat u
de batterijen vervangen heeft.
3. Verwijder de tape.
BASISSTATION OPSTELLEN
NB Plaats de batterijen eerst in de buitensensor en
daarna in het basisstation, lettend op de polariteit (+
en -).
1. Open het klepje van het batterijvak.
2. Plaats batterijen volgens de polariteit (+ / -).
3. Druk altijd op RESET wanneer u de batterijen
vervangen heeft.
4. Sluit het batterijvak.
NB *HEUXLN JHHQ RSODDGEDUH EDWWHULMHQ 8 ZRUGW
aangeraden alkalinebatterijen in dit product te gebruiken
voor langere prestaties.
NB Stel batterijen niet bloot aan overmatige hitte zoals
zon of vuur.
P/N: 300102839-00004-10 REV1
73/91
Het batterij-indicatoricoon
schermvakken verschijnen:
VAK
BETEKENIS
Weersverw-
Batterij in het basisstation
achtingsvak
raakt leeg.
Het weergegeven kanaal
Temperatuur- of
geeft aan van welke sensor
Vochtigheidsscherm
de batterij leeg raakt
Schermvak
Windsnelheid /
Batterij in de windsensor
Windrichting /
raakt leeg
*HYRHOVWHPSHUDWXXU
Schermvak UVI /
Batterij in de UV-/
Barometer
regensensor raakt leeg
CONNECTIE CONTROLEREN
Voordat u buiten de sensoren instelt, controleert u of ze
kunnen communiceren met het basisstation.
WINDSENSOR
Druk op SELECT totdat het geselecteerde pictogram
bij de windsnelheid (speed) wordt weergegeven.
:LQGVQHOKHLG 'UDDL GH ZLQGYDDQ YRRU]LFKWLJ HQ
controleer of er iets verschijnt op het scherm van het
basisstation, bijv.
:LQGULFKWLQJLQGLFDWRU %HZHHJ GH ZLQGLQGLFDWRU HQ
kijk of het pictogram in dezelfde richting meebeweegt
.
BUITENTEMPERATUUR- EN -
VOCHTIGHEIDSSENSOR
1. Druk op SELECT totdat het geselecteerde pictogram
bij de temperatuur wordt weergegeven.
2. Druk op
/
om kanaal 1 te selecteren
controleer of er gegevens worden gemeten.
5
kan in de volgende
.
en