B
Orden uw voedingsmiddelen en kleef er etiketten op om de koelkastdeur zo min mogelijk te moeten
openen en lange zoektochten te voorkomen. Neem indien mogelijk alles wat u nodig heeft in één
keer en sluit de deur onmiddellijk.
• Specificeer de te gebruiken zones in functie van de aard van de voeding en geef aanbevelingen
inzake de manier waarop de voedingsmiddelen beschermd en opgesplitst moeten worden om
kruisbesmetting tussen de voedingsmiddelen van verschillende aard te voorkomen.
Temperatuurindicatie
Om u te helpen een correcte afstelling te bekomen, is het toestel voorzien van een temperatuurindicatie
in de koudste zone.
Voor een goede bewaring van de voedingsmiddelen in uw koelkast, met name in de koudste zone,
dient de melding 'OK' weergegeven te worden op de temperatuurindicatie.
Het symbool hiernaast geeft de locatie van de koudste zone in uw koelkast aan. Het gaat om de
bovenkant van die zone.
Indien de melding 'OK' niet weergegeven wordt, is de gemiddelde temperatuur van die zone te
hoog. Plaats de thermostaat in een koudere stand.
Telkens de instelling van de thermostaat gewijzigd wordt, dient u te wachten tot de temperatuur
in het toestel stabiel is alvorens de instelling, indien nodig, opnieuw te wijzigen. Wijzig de stand
van de thermostaat uitsluitend trapsgewijs en wacht minstens 12 u alvorens de temperatuur
opnieuw te controleren.
OPMERKING:
Na de verse voedingswaren in het toestel geladen te hebben of na herhaalde of langdurige
openingen van de deur is het normaal dat de vermelding 'OK' niet op de temperatuurindicator
verschijnt. Wacht minstens 12 u alvorens de thermostaat opnieuw af te stellen.
Gebruik van het toestel
26
NL