• Maak de niet verbonden aansluitpunten dicht met een goed
sluitende dop.
• Controleer na de aansluiting of er geen lekken zijn op de ver-
bindingspunten.
• Warmwateraansluiting: de watertemperatuur mag niet hoger
zijn dan 60°C.
• De voedingsdruk van het water moet tussen 150 kPa en 300
kPa liggen. Gebruik een drukverlager als de voedingsdruk
hoger is dan de aangegeven maximumdruk.
• Het apparaat is bedoeld om permanent op de waterleiding
te worden aangesloten en niet met een scheidbare verbin-
dingsset.
AANSLUITING OP DE WATERAFVOERPUNTEN
De afvoerleidingen moeten worden gerealiseerd met materia-
len die bestand zijn tegen een temperatuur van 100 °C. De
onderkant van het apparaat mag niet worden geraakt door de
damp die veroorzaakt wordt door de afvoer van heet water.
Zorg voor een putje met rooster in de vloer, met sifon, onder de
afvoerkraan van pannen en aan de voorkant van de braadpan-
nen.
12 AANPASSING AAN EEN ANDER TYPE GAS
In de tabel T1 worden, per land van bestemming, weergege-
ven:
• de gastypen die kunnen worden gebruikt om het apparaat te
laten werken.
• de inspuiters en de instellingen voorelk gastype dat kan wor-
den gebruikt.Bij de inspuiters is het getal dat wordt vermeld
in de tabel T1 in het lichaam van de inspuiter zelf gestanst.
Om het apparaat aan te passenaan het type gas waarmee het
zal worden gevoed, moeten de aanwijzingen van de tabel T1
worden opgevolgd enmoeten de volgende handelingen wor-
den verricht:
• De inspuiter van de hoofdbrander (UM) vervangen.
• De beluchter van de hoofdbrander op de afstand A plaatsen.
• De inspuiter van de waakvlambrander (UP) vervangen.
• De lucht van de waakvlambrander regelen (indien nodig).
• De minimum-inspuiter van de gaskraan (Um) vervangen.
• De sticker van het nieuwe gastype op het apparaat
aanbrengen.De inspuiters en stickers worden bij het appa-
raat geleverd.
VERVANGING VAN DE INSPUITER VAN DE HOOFDBRAN-
DER EN REGELING VAN DE PRIMAIRE LUCHT.
• Demonteer het frontpaneel.
• Demonteer de inspuiter Um en vervang hem door de inspui-
ter die wordt aangegeven in de tabel T1.
• Draai de inspuiter UM helemaal vast.
• Draai de schroef V los en plaats de beluchter Z op de afstand
A die wordt aangegeven in tabel T1.
• Draai de schroef V helemaal vast.
• Monteer alle onderdelen weer. Doe dit door de werkzaamhe-
den voor de demontage omgekeerd uit te voeren.
VERVANGING VAN DE INSPUITER VAN DE WAAKVLAM-
BRANDER
• Demonteer het frontpaneel.
• Draai het verbindingsstuk R los.
• Demonteer de inspuiter UP en vervang hem door de inspuiter
die wordt aangegeven in de tabel T1.
• Schroef het verbindingsstuk R helemaal vast. Monteer alle
andere onderdelen weer.
• Doe dit door de werkzaamheden voor de demontage
omgekeerd uit te voeren.
13 INBEDRIJFSTELLING
Zie het hoofdstuk 'INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD'.
INSTRUCTIES VOOR HET GEBRUIK
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER
De fabrikant van het apparaat kan niet
verantwoordelijk worden geacht voor
eventuele schade die veroorzaakt wordt
door het niet naleven van de hieronder
vermelde verplichtingen.
• Lees deze handleiding aandachtig door.
Hierin vindt u belangrijke informatie over
de veiligheid bij de installatie, het gebruik
en het onderhoud van het apparaat.
• Bewaar deze handleiding op een veili-
ge, bekende plaats zodat u deze te allen
tijde kunt raadplegen zolang het apparaat
meegaat.
• De installatie, aanpassing aan een ander
gastype en het onderhoud van het apparaat
moeten worden uitgevoerd door gekwalifi-
ceerd personeel dat hiertoe geautoriseerd
is door de fabrikant, in overeenstemming
met de geldende veiligheidsvoorschriften
en de instructies in deze handleiding.
• Maak voor assistentie uitsluitend gebruik
van door de fabrikant erkende technische
centra en vraag om het gebruik van origi-
nele onderdelen.
• Laat minstens tweemaal per jaar on-
derhoud plegen aan het apparaat. Ge-
adviseerd wordt om een onderhoudscon-
tract af te sluiten.
• Het apparaat is bestemd voor professio-
neel gebruik en moet worden bediend
door goed opgeleid personeel.
• Het apparaat is bestemd voor het berei-
den van voedsel in overeenstemming met
de gebruiksaanwijzingen. Ieder ander ge-
bruik is oneigenlijk.
• Laat het apparaat niet gedurende lange
perioden leeg werken. Voor het gebruik
moet het apparaat worden voorverwarmd.
• Houd het apparaat in het oog tijdens de
werking.
7