N E D E R L A N D S
Gebruik
Voorbereiding
Bewaar het verpakkingsmateriaal om het apparaat later
veilig te kunnen opbergen en vervoeren.
f Controleer of de levering compleet is.
f Controleer alle onderdelen op eventuele transportschade.
de
Veiligheid
Voorzichtig! Schade door onjuiste voedingsspanning.
en
f Gebruik het apparaat uitsluitend met de op het type-
plaatje aangegeven spanning.
fr
Voorzichtig! Schade door volledige ontlading van
it
de accu.
f Schakel het apparaat na gebruik altijd uit met de
es
aan-/uitschakelaar (afb. 3ⓑ).
f Schakel het apparaat voor het opladen van de accu
pt
altijd uit met de aan-/uitschakelaar (afb. 3ⓑ).
nl
De accu opladen
da
1. Schakel het apparaat uit met de aan-/uitschakelaar (afb. 3ⓑ).
2. Steek de apparaataansluitstekker van de adapter in de appa-
sv
raatbus (afb. 2ⓐ).
no
Door intelligent oplaadmanagement wordt voorkomen
dat de accu te veel wordt opgeladen.
fi
3. Steek de stekker van de adapter in het stopcontact (afb. 2ⓑ).
tr
Tijdens het opladen knippert de laadcontrole-indicatie.
pl
cs
4. Als de accu volledig geladen is, knippert de laadcontrole-indi-
catie in een andere cyclus (10 aan / 1 uit).
sk
Accubedrijf
hr
1. Gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat in te schakelen
en na gebruik weer uit te schakelen (afb. 3ⓐ/ⓑ).
hu
Bij onvoldoende onderhoud aan de snijkop kan de
sl
gebruiksduur van de accu aanzienlijk afnemen.
ro
Gebruik op netvoeding
bg
Voorzichtig! Schade door gebruik van het apparaat
met permanent aangesloten adapter (netvoeding).
ru
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik met een
permanent aangesloten adapter (netvoeding). De aan-
uk
sluitkabel van de adapter is niet berekend op continue
mechanische belasting.
et
f Alleen kort gebruik op netvoeding wordt aangera-
den in het geval van een lege accu.
lv
1. Steek de apparaataansluitstekker van de adapter in de appa-
lt
raatbus (afb. 2ⓐ).
el
24
ar
2. Steek de stekker van de adapter in het stopcontact (afb. 2ⓑ).
3. Gebruik de aan-/uitschakelaar om het apparaat in te schakelen
en na gebruik weer uit te schakelen (afb. 3ⓐ/ⓑ).
Bediening
De kniplengte instellen
Met de in de snijkop geïntegreerde kniplengteverstelling kunt u de
kniplengte via 5 posities van 0,7 mm tot 3 mm instellen (afb. 4)
Knippen met opzetkammen
Het apparaat kan ook met opzetkammen worden gebruikt.
f Stel de kniplengteverstelling in op stand 1 (afb. 4) om de aan-
gegeven kniplengte te realiseren.
De volgende opzetkammen worden afhankelijk van het
model meegeleverd:
3 mm, 6 mm, 9 mm en 12 mm kniplengte.
Opzetkam monteren / demonteren
1. Schuif de opzetkam in de richting van de pijl tot aan de aan-
slag op de snijkop (afb. 5ⓐ).
2. De opzetkam kan worden verwijderd door deze in pijlrichting
te verschuiven (afb. 5ⓑ).
Onderhoud
Waarschuwing! Letsel en materiële schade door
ondeskundige omgang.
f Schakel het apparaat voor aanvang van alle reini-
gings- en onderhoudswerkzaamheden uit en scheid
het van de stroomvoorziening.
Reiniging en onderhoud
Gevaar! Elektrische schok door binnendringend
vocht.
f Het apparaat mag niet in water worden
ondergedompeld!
f Laat geen vloeistof in het apparaat binnendringen.
Voorzichtig! Schade door agressieve chemicaliën.
Agressieve chemicaliën kunnen schade toebrengen aan
het apparaat en de accessoires.
f Gebruik geen oplos- of schuurmiddelen.
f Gebruik alleen het reinigingsmiddel en de snijkopo-
lie zoals door de fabrikant geadviseerd wordt.
Toebehoren en onderdelen kunt u via uw dealer of bij
ons servicecenter bestellen.
f Verwijder de opzetkam (afb. 5ⓑ) en klap de snijkop van
de behuizing af (afb. 6ⓐ). Verwijder de haarresten met de
reinigingsborstel uit de opening van de behuizing en van de
snijkop (afb. 7).
f Neem het apparaat alleen met een zachte, eventueel licht
vochtige doek af.
f Smeer de snijkop met de snijkopolie (afb. 8).